AAN START
UIT
CONTACTSLEUTEL
4. Draai de contactschakelaar in de
stand START en houd hem in die
stand totdat de motor aanslaat.
Zodra de motor aanslaat laat u de
sleutel los, zodat deze weer naar de
stand AAN gaat.
• De startmotor trekt een grote
hoeveelheid stroom. Bedien de
startmotor daarom niet langer
dan 5 sec. achter elkaar. Als de
motor niet binnen 5 seconden
aanslaat, laat dan de schakelaar
los en wacht minstens 10 seconden
voordat de startmotor opnieuw
in werking wordt gezet.
• Zet het contactslot niet in stand
START terwijl de motor draait.
Het ''Vrij-startsysteem'' voorkomt
dat de motor wordt gestart tenzij de
schakelhendel zich in de vrijstand
bevindt, zelfs als de motor wordt
aangezwengeld door de startmotor.
DE MOTOR STARTEN
CONTROLEOPENING
KOELWATER
KOELWATERINLAAT
(aan weerszijden)
5. Controleer na het starten of er
koelwater uit de controleopening
stroomt. De hoeveelheid water die
uit de controleopening stroomt kan
variëren door de werking van de
thermostaat, maar dit is normaal.
53