3. Het product installeren
3.1 Locatie
De pomp is ontworpen voor opstelling binnenshuis.
3.2 Gereedschap
1
2
3
4
5
6
7
Afb. 5 Aanbevolen gereedschappen
Pos. Gereedschap
Schroevendraaier, platte
1
kop
Schroevendraaier, platte
2
kop
Schroevendraaier,
3
torx-bit
Schroevendraaier,
4
torx-bit
5
Inbussleutel
6
Kniptang
7
Steeksleutel
8
Pijptang
0.6 x 3.5
1.2 x 8.0
TX10
TX20
5.0
Maat
0,6 x 3,5 mm
1,2 x 8,0 mm
TX10
TX20
5,0 mm
Hangt af van DN maat
Alleen gebruikt voor pompen
met moeren
3.3 Mechanische installatie
Installeer de pomp zodanig dat het leidingwerk deze niet onder
spanning zet. Voor maximaal toelaatbare krachten en momenten
van de leidingaansluitingen die inwerken op de pompflenzen, zie
pagina 29.
U kunt de pomp rechtstreeks aan de leidingen ophangen op voor-
waarde dat de leidingen de pomp ondersteunen.
Dubbelpompen zijn voorbereid op installatie aan een bevesti-
gingsbeugel of op een voetplaat.
Neem de volgende vereisten in acht om een goede koeling van
de motor en de elektronica te garanderen:
•
Installeer de pomp op een zodanige wijze dat voldoende koe-
ling wordt gegarandeerd.
•
De temperatuur van de omgevingslucht mag niet hoger zijn
dan 40 °C.
Stap Actie
De stromingsrichting door de pomp
wordt door middel van pijlen op het
pomphuis aangegeven. De stro-
1
mingsrichting van de vloeistof kan
horizontaal of verticaal zijn, afhan-
kelijk van de positie van de scha-
kelkast.
Sluit de isolatie-afsluiters en zorg
ervoor dat het systeem niet onder
2
druk staat tijdens de installatie van
de pomp.
Monteer de pomp met pakkingen
3
in de leidingen.
Uitvoering met flensaansluiting:
Breng de bouten, borgringen en
moeren aan. Gebruik de juiste
4
maat bouten overeenkomstig de
systeemdruk.
Zie pagina
29
voor meer informatie
over aanhaalmomenten.
Afbeelding
5