5. Het product opslaan en hanteren
5.1 Het product opslaan
5.1.1 Bescherming tegen vorst
Als de pomp tijdens vorst niet in bedrijf is, neemt u
maatregelen om vorstschade te voorkomen.
6. Productintroductie
De Grundfos MAGNA1 is een complete reeks van circulatiepom-
pen met ingebouwde regelaar die aanpassing van de pompcapa-
citeit aan de werkelijke vereisten van het systeem mogelijk
maakt. In veel systemen zorgt dit voor een aanzienlijke verlaging
van het stroomverbruik, minder ruis van thermostatische radiator-
kranen en vergelijkbare inrichtingen en een verbeterde controle
over het systeem.
U kunt de gewenste opvoerhoogte instellen in de schakelkast.
6.1 Toepassingen
De pomp is bedoeld voor het rondpompen van vloeistoffen in de
volgende systemen:
•
verwarmingssystemen
•
huishoudelijke systemen voor warm tapwater
•
airconditioning- en koelsystemen.
U kunt de pomp ook gebruiken in de volgende systemen:
•
geothermische warmtepompsystemen
•
systemen op zonnewarmte.
6.2 Te verpompen vloeistoffen
De pomp is geschikt voor dunne, schone, niet-agressieve en
niet-explosieve vloeistoffen, die geen vaste delen of vezels
bevatten die de pomp mechanisch of chemisch kunnen aantas-
ten.
Bij verwarmingssystemen dient het water te voldoen aan de eisen
van geaccepteerde normen met betrekking tot waterkwaliteit in
verwarmingssystemen, bijv. de Duitse norm VDI 2035.
De pompen zijn tevens geschikt voor huishoudelijke warmwater-
systemen.
Houd u aan de lokale voorschriften met betrekking
tot de materialen van het pomphuis.
Wij adviseren u dringend pompen van roestvast staal te gebrui-
ken in huishoudelijke warmwatertoepassingen om corrosie te ver-
mijden.
In huishoudelijke warmwatersystemen adviseren we u de pomp
alleen te gebruiken voor water met een hardheid van minder dan
ongeveer 14 °dH.
In huishoudelijke warmwatersystemen adviseren we om de vloei-
stoftemperatuur lager dan 65 °C te houden om het risico op kalk-
aanslag te voorkomen.
Verpomp geen bijtende vloeistoffen.
Verpomp geen explosieve, ontvlambare of brandbare
vloeistoffen.
6.2.1 Glycol
U kunt de pomp gebruiken voor het verpompen van mengsels
van water en glycol van maximaal 50 %.
Voorbeeld van een mengsel van water en ethyleenglycol:
Maximale viscositeit: 50 cSt ~ mengsel van 50 % water / 50 %
ethyleenglycol bij -10 °C.
De pomp heeft een vermogensbegrenzer die tegen overbelasting
beschermt.
Het verpompen van glycolmengsels is van invloed op de maxi-
male curve en vermindert de capaciteit, afhankelijk van het
mengsel van water en ethyleenglycol en de vloeistoftemperatuur.
Om te voorkomen dat het glycolmengsel wordt afgebroken moe-
ten temperaturen worden vermeden die de nominale vloeistof-
temperatuur overschrijden en moet de bedrijfstijd bij hoge tempe-
raturen worden geminimaliseerd.
Reinig en spoel het systeem door voordat u het glycolmengsel
toevoegt.
Voorkom corrosie of kalkaanslag door regelmatig het glycolmeng-
sel te controleren en aan te passen. Als verdere verdunning van
de geleverde glycol is vereist, volgt u de instructies van de glycol-
leverancier.
Bij toevoegingen met een dichtheid en/of kinemati-
sche viscositeit die hoger ligt dan die van water
neemt de hydraulische capaciteit af.
Max. 95 % RH
IPX4D
Afb. 15 Te verpompen vloeistoffen
13