Instelling van de veiligheidstemperatuurbegrenzer controleren
De veiligheidstemperatuurbegrenzer mag niet hoger
dan 110 °C ingesteld zijn. Indien nodig op max. 110 °C
instellen.
Verwarmingsinstallatie vullen met water en ontluchten
Vulhoeveelheid, waterhardheid en pH-waarde in tabel
op pagina 11 noteren.
Toegestane werkdruk van de verwarmingsketel: 4 bar
(0,4 MPa).
Min. werkdruk: 0,5 bar (50 kPa)
Opmerking
De minimale werkdruk is vereist voor een veilige wer-
king. De minimale werkdruk kan gegarandeerd worden
door een minimumdrukbewaker (bij installaties met
meerdere ketels 1 per installatie).
Sifon met water vullen
Afb.1
Installatie in bedrijf stellen
Bedienings- en servicehandleiding van regeling,
brander en neutraliseringsinrichting, evenals
documentatie van de branderfabrikant
1. Druk van de verwarmingsinstallatie controleren.
Toegestane werkdruk van de verwarmingsketel:
4 bar (0,4 MPa)
Min. werkdruk: 0,5 bar (50 kPa)
Opmerking
De minimale werkdruk is vereist voor een veilige wer-
king. De minimale werkdruk kan gegarandeerd wor-
den door een minimumdrukbewaker (bij installaties
met meerdere ketels één per installatie).
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Montage- en servicehandleiding van de regeling
!
Opgelet
Ongeschikte waterkwaliteit kan tot schade aan
het ketellichaam en de verwarmingsinstallatie lei-
den.
"Eisen aan de waterkwaliteit" op pagina 22 res-
pecteren.
1. Sifon losmaken en vullen met water.
!
Opgelet
Gevaar voor ontsnappend rookgas
Sifon met water vullen.
2. Ongehinderde afvoer van condenswater controle-
ren.
3. Sifon weer monteren.
2. Controleren of de ventilatie van de installatieruimte
open is.
3. Gasaansluitdruk controleren.
4. Controleren of de reinigingsopening op de rookgas-
afvoer gesloten is.
5. Afsluitkleppen van de gasleiding openen.
7