Veiligheidsinstructies
Wat te doen bij een rookgasgeur
Gevaar
Rookgas kan levensbedreigende vergiftiging ver-
oorzaken.
■
Verwarmingsinstallatie buiten bedrijf stellen.
■
Installatieplaats ventileren.
■
Deuren naar woonruimtes sluiten om een ver-
spreiding van het rookgas te voorkomen.
Rookgasinstallaties en verbrandingslucht
Zorg ervoor dat rookgasinstallaties vrij zijn en niet geslo-
ten kunnen worden, bijv. door opgehoopt condenswater
of invloeden van buiten uit. Zorg voor voldoende aan-
voer van verbrandingslucht.
Wijs installatiebeheerders erop dat latere wijzigingen
aan de bouwkundige situatie niet toegelaten zijn (bijv.
verplaatsen van leidingen, bekledingen of scheidings-
wanden).
Gevaar
Ondichte of verstopte rookgasinstallaties of
onvoldoende aanvoer van verbrandingslucht ver-
oorzaken levensgevaarlijke vergiftigingen door
koolmonoxide in het rookgas.
Een onberispelijke werking van de rookgasinstal-
latie garanderen. Openingen voor de aanvoer van
verbrandingslucht mogen niet vergrendelbaar
zijn.
Ventilatietoestellen
Bij gebruik van toestellen met afvoer naar de buitenlucht
(afzuigkap, afzuigtoestel, airconditioning, enz.) kan door
de afzuiging een onderdruk ontstaan. Bij gelijktijdige
werking met de verwarmingsketel kan terugstroming
van het rookgas ontstaan.
Gevaar
Gelijktijdige werking van de verwarmingsketel
met toestellen met luchtafvoer naar de buitenlucht
kan door terugstroming van rookgas levensge-
vaarlijke vergiftigingen veroorzaken.
Vergrendelingsschakeling inbouwen of door
geschikte maatregelen voor voldoende aanvoer
van verbrandingslucht zorgen.
(vervolg)
Veiligheidsvoorschriften
3