Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Stack/Alternate Programmeren [F3] Stk/Alt - Yamaha DTXTREME III Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Referentie
Drum Kit-modus [DRUM KIT]
Stack/Alternate programmeren
Met de Stack-functie kunt u meerdere drumvoices tegelijk bespelen door op één pad te slaan, terwijl u met de Alternate-
functie afwisselend een of meer verschillende drumvoice(s) kunt bespelen.
Bovendien kunt u met de Stack-functie akkoorden spelen door melodische voices ('normale voices' genoemd in Yamaha-
synthesizers) te gebruiken, die u kunt oproepen door CH (MIDI-kanaal) in te stellen op een ander nummer dan 10 (dit kanaal
wordt doorgaans door de DTXTREME III gebruikt om de drumvoice af te spelen) en het voicenummer aan het
overeenkomstige kanaal toe te wijzen via de display die u oproept met [F6] OTHER → [SF3] MIDI.
Let op: de Stack/Alternate-parameters kunnen alleen voor elke triggeringangsbron worden ingesteld.
OPMERKING
• In de interne toongenerator van de DTXTREME III wordt MIDI-kanaal 10 uitsluitend voor de drumvoices gebruikt. De MIDI-berichten
die door uw drumspel worden gegenereerd, worden via MIDI-kanaal 10 naar de interne toongenerator verzonden.
Stack/Alternate programmeren
Wanneer de cursor zich in de kolom STEP bevindt:
2
1
3
4
1 SOURCE (Triggeringangsbron)
Bepaalt de triggeringangsbron waardoor de Stack/Alternate-
functie wordt geactiveerd. U kunt de triggeringangsbron
wijzigen door op de overeenkomstige pad te slaan wanneer
Input Lock is uitgeschakeld.
Instellingen
Zie pagina 61.
B STEP
Bepaalt het stapnummer van de Alternate-functie. In de meeste
vooraf ingestelde drumkits is slechts één Step 001 vooraf
geprogrammeerd, wat betekent dat de Stack/Alternate-functie
niet wordt gebruikt.
Voorbeeld: elke STEP '001'-regel geeft het programma aan
wanneer de pad voor de eerste keer wordt geraakt. Elke STEP
'002'-regel geeft het programma aan wanneer de pad voor de
tweede keer wordt geraakt. Op dezelfde manier zijn de overige
nummers (zoals '003' en '004') hetzelfde als hierboven.
Wanneer het nummer van de bestaande stap wordt gewijzigd,
knippert de regel van het nieuwe stapnummer. Druk op de
[ENTER/STORE]-knop om het stapnummer vast te leggen en
het knipperen te stoppen.
Instellingen
001 – 100
C [SF1] INSERT
Druk op deze knop om op de huidige cursorpositie een
nieuwe stap in te voegen en het nummer van alle reeds
geprogrammeerde stappen na de cursorpositie met 1 te
verhogen.
D [SF2] ADD
Druk op deze knop om een nieuwe stap toe te voegen met
hetzelfde nummer als dat van de huidige cursorpositie, zonder
het nummer van de overige stappen te wijzigen.
OPMERKING
• U kunt maximaal 100 events per triggeringangsbron invoeren
(dit betekent in totaal 500 events per drumkit). Als u meer stappen
probeert in te voeren, verschijnt een foutbericht.
86
DTXTREME III Gebruikershandleiding
5
6
7
8
E [SF3] DELETE
Druk op deze knop om de stap op de huidige cursorpositie
te verwijderen. Als het stapnummer verdwijnt door het
verwijderen van een bepaalde stap, wordt het nummer van
alle reeds geprogrammeerde stappen na de cursorpositie
verminderd met 1.
F [SF4] CLEAR
Druk op deze knop om de stap op de huidige cursorpositie
te wissen zonder het nummer van de overige stappen te wijzigen.
G [SF5] CHORD
Druk op deze knop om de andere display op te roepen die
wordt gebruikt wanneer u het Stack-programma opent door
het externe MIDI-toetsenbord bespeelt dat is aangesloten op
de MIDI IN-connector. Zie voor details pagina 87.
H [SF6] Input Lock
U kunt Input Lock (Ingangsvergrendeling) in- en uitschakelen
door op deze knop te drukken. Wanneer Input Lock is
ingeschakeld (de [L]-indicator verschijnt in de
rechterbovenhoek van de display), kan de
triggeringangsaansluiting 1 niet worden gewijzigd, zelfs niet
als u op een pad slaat. Deze functie is nuttig wanneer u de
parameters van de huidige pad (de pad die is aangesloten op
de huidige triggeringangsaansluiting) wilt aanpassen terwijl u
op andere pads slaat.
De eerste pagina wanneer de cursor zich niet in
de kolom STEP bevindt:
1 CH (MIDI-kanaal)
Bepaalt het MIDI-kanaal. Bij de standaardinstellingen staat
deze parameter op 10. Dit kanaal wordt doorgaans gebruikt
voor de drumvoice. Als u een melodische voice wilt afspelen,
stelt u deze parameter in op een ander nummer dan 10.
Instellingen
1 – 16
OPMERKING
• U kunt de voice toewijzen aan een willekeurig MIDI-kanaal 1 – 16 via
de display die u oproept met [DRUM KIT] → [F6] OTHER → [SF3]
MIDI. Deze instelling kan worden uitgevoerd voor elk van de drumkits.
[F3] STK/ALT
1
2
3
6
4
5

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave