MIDI Sync-instellingen
Het afspelen van een song of het automatische klikgeluid
van de DTXTREME III kan worden gesynchroniseerd met
de externe MIDI-clock van het MIDI-apparaat dat is
aangesloten op de DTXTREME III. (Het afspelen van een
song of het automatische klikgeluid wordt standaard
geregeld door de interne clock.) Via deze display kunnen
de desbetreffende parameters worden ingesteld.
1
1 MIDI Sync
Bepaalt of het afspelen van de song wordt gesynchroniseerd
met de interne clock van het instrument of met een externe
MIDI-clock.
Instellingen
internal, MIDI
Internal Synchronisatie met de interne clock. Gebruik
deze instelling wanneer dit instrument alleen of
als de masterclockbron voor andere apparatuur
wordt gebruikt.
MIDI
MIDI-synchronisatie met een MIDI-clock die via
MIDI wordt ontvangen van een extern MIDI-
instrument.
OPMERKING
• Als de MIDI Sync-parameter is ingesteld op MIDI, moet u controleren
of de externe MIDI-apparatuur of de computer die is aangesloten op
de DTXTREME III, MIDI-clockdata kan verzenden.
B ClockOut
Bepaalt of MIDI-clockberichten (F8H) via MIDI worden
verzonden door de DTXTREME III.
Instellingen
off, on
C SeqCtrl
Bepaalt of sequencerbesturingssignalen, zoals start (FAH),
continue (FBH) en stop (FCH), worden ontvangen en/of
verzonden via de MIDI OUT/USB-aansluiting.
Instellingen
off, in, out, in/out
off
Niet verzonden/herkend.
In
Herkend maar niet verzonden.
out
Verzonden maar niet herkend.
in/out
Verzonden/herkend.
De initiële fabrieksinstellingen van het gebruikersgeheugen herstellen
U kunt de oorspronkelijke fabrieksinstellingen van het gebruikersgeheugen (pagina 76) van de DTXTREME III herstellen.
Zie pagina 27 voor meer informatie en instructies.
[SF2] SYNC
2 3
Overige MIDI-instellingen
1
1 MIDI IN/OUT
Bepaalt welke fysieke ingangs-/uitgangsaansluitingen worden
gebruikt voor het ontvangen/verzenden van MIDI-data.
Instellingen
MIDI, USB
B ThruPort
Als u de USB-aansluiting gebruikt voor MIDI-verzending/
ontvangst, kunt u de DTXTREME III laten reageren op
MIDI-data via één poort, terwijl de data voor een ander
poortnummer (dat u hier kunt instellen) worden doorgegeven
aan een afzonderlijke toongenerator (die is verbonden met de
MIDI OUT-aansluiting).
Instellingen
1, 2
C Merge
Maakt het mogelijk om inkomende MIDI-data (die worden
ontvangen via MIDI IN) te mixen met MIDI-data die worden
gegenereerd op de DTXTREME III, en ze vervolgens samen
uit te voeren via MIDI OUT. Als deze parameter is ingesteld
op 'On', is het mixen geactiveerd. Deze parameter is nuttig
wanneer u een MIDI-toongenerator die is aangesloten op de
DTXTREME III, wilt aansturen door tegelijkertijd een ander
MIDI-toetsenbord dat is aangesloten op de DTXTREME III
en de drumpads te bespelen.
Instellingen
off, on
D DeviceNo.
Bepaalt welk apparaatnummer door de DTXTREME III
wordt gebruikt voor het ontvangen of verzenden van data.
Dit nummer moet overeenkomen met het apparaatnummer
van het externe MIDI-apparaat wanneer bulkdata,
parameterwijzigingen of andere systeemeigen berichten
worden verzonden/ontvangen.
Instellingen
1 – 16, all, off
all
Als deze instelling is geselecteerd, worden
systeemeigen berichten voor alle MIDI-
apparaatnummers ontvangen. De
DTXTREME III wordt herkend als apparaat
nummer 1.
off
Als deze instelling is geselecteerd, kunnen
systeemeigen berichten zoals bulkdump en
parameterwijzigingen niet worden verzonden of
ontvangen. Als u systeemeigen berichten
probeert te verzenden of te ontvangen,
verschijnt een foutbericht.
DTXTREME III Gebruikershandleiding
Referentie
Utility-modus [UTILITY]
[SF3] OTHER
2
4
3
[F6] FACTSET
131