Referentie
Basisstructuur van de DTXTREME III
In dit hoofdstuk wordt het interne ontwerp van de DTXTREME III beschreven zodat u volledig gebruik kunt maken van de
geavanceerde en handige functies van dit instrument. Neem even de tijd om te begrijpen hoe triggersignalen worden
gegenereerd en overgebracht naar de DTXTREME III wanneer u op de pads slaat, en hoe het geluid wordt geproduceerd.
Functionele blokken
Triggersignaal
Triggeringangsaansluitingen
• Preset (vooraf ingesteld)
Uw drumspel opnemen
als MIDI-data.
Song
● Afspelen
• Presetsong
• Gebruikerssong
• Externe song
● Opnemen
Uw drumspel in een
gebruikerssong opnemen
als MIDI-data.
Het audiosignaal van het externe audioapparaat of de externe microfoon opnemen
in Sampling-modus, of het audiobestand vanaf het USB-opslagapparaat laden
in File-modus.
Microfoon, enzovoort.
Pad (triggeringangsbron)
Triggersignaal
● Trigger Setup
• User (gebruiker)
De toongenerator bedienen
door de pad te raken.
Toongenerator
● Drumkit
U creëert een drumkit door een
drumvoice toe te wijzen aan elke
triggeringangsbron van de pad.
De volgende banken zijn
beschikbaar.
• Vooraf ingestelde drumkit
• Gebruikersdrumkit
• Externe drumkit A – P
● Drumvoice
Wordt aan elke triggeringangsbron
van de pad toegewezen om een
drumkit te vormen.
• Vooraf ingestelde voice
• Gebruikersvoice
Sampling
Wijst het audio-signaal
toe (verkregen van het externe
apparaat) aan een gebruikersvoice toe.
Cd, md, enzovoort.
of
[UTILITY] → [F5] MIDI → [SF3]
OTHER → MIDI IN/OUT
Effect
● Ingesteld voor
elke drumkit
• Reverb
• Chorus
• Variation
● Ingesteld in
Utility-modus
• Mastereffect
• Master-EQ
of
[DRUM KIT] → [F2] VOICE →
[SF2] OUT-TUNE → OutputSel
Audiosignaal
DTXTREME III Gebruikershandleiding
MIDI-
uitgang
Audio-
uitgang
57