Referentie
Utility-modus [UTILITY]
Master Effect-instellingen
3
2
1 Switch
Bepaalt of Master Effect wordt toegepast op het totaalgeluid
van de DTXTREME III.
Instellingen
off, on
B Type
Bepaalt het type Master Effect.
Zie pagina 70 voor meer informatie over de
Instellingen
effecttypen.
Externe audio-instellingen
U kunt parameters instellen voor de audiosignalen die worden ingevoerd via de AUX IN/SAMPLING IN-aansluiting.
Uitvoerinstellingen
Via deze display kunt u parameters zoals volume en pan
instellen voor de audiosignalen die worden ingevoerd via
de AUX IN/SAMPLING IN-aansluiting. Deze parameters
zijn nuttig wanneer u bijvoorbeeld meespeelt of oefent met
een cd of een andere bron die is verbonden met de AUX
IN/SAMPLING IN-aansluiting.
2
1
1 Volume
Bepaalt het uitgangsniveau van de audiosignalen die worden
ingevoerd via de AUX IN/SAMPLING IN-aansluiting.
Bereik
0 – 127
B Pan
Bepaalt de stereopanpositie van de audiosignalen die worden
ingevoerd via de AUX IN/SAMPLING IN-aansluiting.
L63 (uiterst links) – C (midden) – R63
Bereik
(uiterst rechts)
C Mono/Stereo
Bepaalt de signaalconfiguratie van de audiosignalen die
worden ingevoerd via de AUX IN/SAMPLING IN-
aansluiting, of de wijze waarop de signalen worden
gerouteerd (stereo of mono).
Instellingen
L mono, R mono, L+Rmono, stereo
128
DTXTREME III Gebruikershandleiding
[SF2] MEF
1
5
4
[SF1] OUTPUT
5
3
C Pre
U kunt verschillende parameters instellen om de manier te
wijzigen waarop het geluid wordt beïnvloed door het
geselecteerde effecttype. Met deze parameter kunt u de vooraf
geprogrammeerde instellingen van deze effectparameters
oproepen. Zie het aparte boekje Data List voor meer
informatie over de vooraf geprogrammeerde
parameterinstellingen van elk effect.
D Effectparameter
Het aantal beschikbare parameters en waarden is afhankelijk
van het huidige geselecteerde effecttype. Zie pagina 72 voor
meer informatie over de effectparameters. Zie het aparte
boekje Data List voor meer informatie over de parameters van
elk effecttype.
E PAGE > > > >
Dit verschijnt wanneer een andere pagina kan worden
opgeroepen vanaf de huidige pagina. Gebruik de [M M M M ]- of [N N N N ]-
cursorknop om een andere pagina op te roepen.
L mono
Alleen het linkerkanaal van de audio-invoer
wordt gebruikt.
R mono
Alleen het rechterkanaal van de audio-invoer
wordt gebruikt.
L+Rmono Het linker- en rechterkanaal van de audio-
invoer worden gemixt en bewerkt in mono.
Stereo
Zowel het linker- als het rechterkanaal van de
audio-invoer wordt gebruikt.
D OutputSel
Bepaalt de uitgangsaansluitingstoewijzing voor de
audiosignalen die worden ingevoerd via de AUX IN/
4
SAMPLING IN-aansluiting.
Instellingen
Zie de tabel hieronder.
LCD
Uitgangsaansluitingen
L&R+ph OUTPUT L/R en PHONES
Phones
PHONES
L&R
OUTPUT L/R
Ind1&2
INDIVIDUAL OUTPUT 1 en 2
Ind3&4
INDIVIDUAL OUTPUT 3 en 4
Ind5&6
INDIVIDUAL OUTPUT 5 en 6
Ind1
INDIVIDUAL OUTPUT 1
:
Ind6
INDIVIDUAL OUTPUT 6
E Mic/Line
Wanneer u de AUX IN/SAMPLING IN-aansluitingen
gebruikt, bepaalt u hiermee de ingangsbron: microfoon (mic)
of lijn (line).
Instellingen
mic, line
mic
Bedoeld voor apparatuur met een lage uitgang,
zoals een microfoon, elektrische gitaar of bas.
line
Bedoeld voor apparatuur met een hoge uitgang,
zoals een toetsenbord, synthesizer of cd-speler.
[F4] AUXIN
Stereo/Mono
Stereo
Stereo
Stereo
Stereo (1: L, 2: R)
Stereo (3: L, 4: R)
Stereo (5: L, 6: R)
Mono
:
:
Mono