drijvingen of slagen moet de hefboom en
de stiftpositie worden bepaald aan de hand
van de tabel op blz. 16. Hefboom L en XL
zijn opgenomen in de aanbouwset.
3. Hefboom (1) en schotelveer (1.2) op de
sensoras steken. Hefboom in de midden-
stand brengen en vasthouden, moer
(1.1) opschroeven.
4. De beide bouten (14) op het hoekstuk
(9.1) van de koppeling (9) schroeven,
de meenemerplaat (3) plaatsen en met
de schroeven (14.1) vastdraaien.
5. Het hoekstuk met sensor zodanig op de
NAMUR-rib van het ventiel plaatsen,
dat de aftaststift (2) in de sleuf van de
meenemerplaat (3) komt te liggen, dan
het hoekstuk met de bevestigingsschroe-
ven op het ventiel vastschroeven.
2.6.3 Montage op microventiel
type 35 0
De benodigde aanbouwdelen en de toebe-
horen zijn in tabel 7 en 8 op blz. 29 opge-
somd met de bijbehorende bestelnummers.
1. Hefboom (1) op de positiesensor in de
middenstand brengen en vasthouden.
Moer (1.1) losmaken en de standaard
hefboom M (1) met schotelveer (1.2)
van de sensoras afnemen.
2. De positiesensor (20) op het hoekstuk
(21) vastschroeven.
3. Hefboom S (1) nemen en de aftaststift
(2) in het gat voor stiftpositie 17 schroe-
ven. Hefboom (1) en schotelveer (1.2)
op de as van de sensor steken.
Hefboom in de middenstand brengen
Aanbouw externe positiesensor
en vasthouden, moet (1.1) opschroe-
ven.
4. Meenemer (3) op de koppeling van het
ventiel plaatsen, haaks uitrichten en
vastschroeven.
5. Hoekstuk (21) met positiesensor op het
ventieljuk zodanig plaatsen en vast-
schroeven, dat de aftaststift (2) in de
groef van de meenemer (3) glijdt.
1
Hefboom
1.1 Moer
1.2 Schotelveer
2
Aftaststift
3
Meenemer
20 Positiesensor
21 Hoekstuk
1.1
20
21
1.2
⋅
ig. 13
Montage op microventiel
1
2
3
B 8384-2 NL
27