Aanbouw aan draaiaandrijvingen
2.4Aanbouw aan draaiaandrijvin-
gen
De klepstandsteller wordt met twee dubbele
hoekstukken op de draaiaandrijving gemon-
teerd.
De benodigde aanbouwdelen en de toebe-
horen zijn in tabel 5 op blz. 11 opgesomd
met de bijbehorende bestelnummers.
ij aanbouw op de SAMSON-draaiaandrij-
ving type 3278 moet eerst het bij de aan-
drijving behorende afstandsstuk (5) op het
vrije asuiteinde van de draaiaandrijving
worden gemonteerd.
Opmerking! Bij de hierna beschreven mon-
tage moet absoluut worden gelet op de
draairichting van de draaiaandrijving.
1. Meenemer (3) op de aandrijfas met de
groef resp. op het afstandsstuk (5) plaat-
sen.
2. Koppelingswiel (4) met vlakke kant
naar de aandrijving gericht op de mee-
nemer (3) steken. Daarbij de sleuf zoda-
nig uitrichten, dat deze bij de gesloten
stand van het ventiel met de draairich-
ting zoals getoond in figuur 8 overeen-
komt.
3. Koppelingswiel en meenemer met
schroef (4.1) en schotelveer (4.2) vast
op de aandrijfas schroeven.
4. De beide onderste hoekstukken (10.1)
afhankelijk van de grootte van de aan-
drijving met de hoek naar binnen of bui-
ten gericht op het aandrijfhuis schroe-
B 8384-2 NL
20
ven. ovenste hoekstuk (10) plaatsen en
vastschroeven.
5. Aansluitplaat (6) resp. manometerhou-
der (7) met manometers op klepstand-
steller monteren; let op de juiste positio-
nering van de beide afdichtingsringen
(6.1). ij dubbelwerkende veerloze
draaiaandrijvingen is een omkeerver-
sterker voor de aanbouw op de aandrij-
ving nodig, zie daarvoor par. 2.5.
6. Op de hefboom M (1) van de klepstand-
steller de standaard aftaststift (2) uit-
schroeven. De blanke aftaststift (Ø 5) uit
de aanbouwset nemen en in het gat
voor stiftpositie 90° vastschroeven.
7. Klepstandsteller op bovenste hoekstuk
(10) plaatsen en vastschroeven. Daarbij
de hefboom (1) zodanig uitrichten, dat
deze rekening houdend met de draai-
richting van de aandrijving met de af-
taststift in de sleuf van het koppelings-
wiel (4) grijpt (fig. 8). In ieder geval
moet worden gewaarborgd, dat bij de
halve draaihoek van de draaiaandrij-
ving de hefboom (1) parallel met de
langszijde van de klepstandsteller staat.
1
2
3
Aandrijvingsflens
⋅
ig. 7
Montage van het koppelingswiel bij type
1.2
1.1
4.1
4.2
5