IP-accounts configureren
Inkomende en uitgaande lijnen
De beschikbare lijnen van het toestel (vast telefoonnet, Gigaset.net en max. zes IP-lijnen)
worden als inkomende en eventueel als uitgaande lijnen aan de eindtoestellen toegewezen.
Eindtoestellen zijn de aangemelde handsets en de drie antwoordapparaten van het basissta-
tion.
•
Inkomende lijnen: telefoonnummers waaronder u kunt worden opgebeld. Inkomende
oproepen worden doorgeleid naar de eindtoestellen waaraan de bijbehorende lijn als inko-
mende lijn is toegewezen.
•
Uitgaande lijn: lijn die u gebruikt voor uitgaande oproepen. Het bijbehorende telefoon-
nummer wordt meegestuurd naar de opgebelde deelnemer. U kunt aan elk eindtoestel een
telefoonnummer resp. de bijbehorende lijn vast toewijzen als uitgaande lijn.
Elke lijn (telefoonnummer) van uw toestel kan zowel inkomende als uitgaande lijn zijn en kan
ook aan meerdere eindtoestellen worden toegewezen. Aan een antwoordapparaat mag ze
echter uitsluitend als inkomende lijn worden toegewezen.
Standaardtoewijzing
•
Bij levering zijn alle geconfigureerde lijnen als inkomende lijnen toegewezen aan de hand-
sets en aan het antwoordapparaat 1.
•
Aan de handsets is de vaste telefoonlijn als uitgaande lijn toegewezen. Als u geen vaste tele-
foonaansluiting heeft, is er nog geen uitgaande lijn toegewezen.
Uitgaande lijnen wijzigen
¤
Instellingen
Handset selecteren:
¤
met
handset selecteren waarvan u de standaardtoewijzing
wilt wijzigen
OK . . . de momenteel ingestelde lijn van de
handset voor uitgaande oproepen wordt weergegeven: Vaste
lijn (als u over een vaste telefoonaansluiting beschikt)
Toewijzing wijzigen:
¤
met
de gewenste lijn of Kies bij elke opr. selecteren
Opslaan
Kies bij elke opr.: u kunt bij elke oproep de lijn selecteren
waarmee u het gesprek wilt voeren.
U kunt de standaardtoewijzing achter elkaar voor alle aangemelde
handsets wijzigen.
16
OK
Telefonie
OK
Uitgaandelijn(en)
INT 1
Uitgaande lijn:
< IP 1
Terug
OK
>
Opslaan