Voicemail
Voicemail
Elke voicemail neemt alleen de oproepen aan die via de bijbehorende lijn binnenkomen. Om
alle oproepen te kunnen registreren, moet voor elke lijn van de handset een voicemail zijn
geconfigureerd.
De voicemail is bij de netwerkaanbieder aangevraagd.
De voicemail wordt automatisch via de bijbehorende verbinding opgebeld. Een gede-
finieerd automatisch regionummer voor uw toestel wordt niet voor het nummer
geplaatst.
De weergave van de voicemail wordt via de toetsen van het toestel gestuurd (cijfer-
codes). Voor VoIP dient u in de webconfigurator aan te geven hoe de cijfercodes
moeten worden omgezet in DTMF-signalen en hoe ze moeten worden verstuurd.
Vraag bij uw VoIP-provider na, welke vorm van DTMF-signalering hij ondersteunt.
Voicemail inschakelen / nummer invoeren
Elke handset kan de voicemails beheren die aan zijn inkomende lijnen zijn toegewezen.
¤
Voicemail
. . . vervolgens
Voor het vaste telefoonnet
¤
met
nummer van de voicemail invoeren resp. wijzigen.
Voor het in- en uitschakelen van de voicemaildienst voor de vaste telefoonlijn gebruikt
u het telefoonnummer en een functiecode van uw netwerkprovider. Eventueel
contact opnemen met uw netwerkprovider voor meer informatie.
Voor VoIP-lijn
Voicemail in-/uitschakelen:
Nummer invoeren:
Instelling opslaan:
50
OK
Voicemail
¤
Status:
Aan of Uit selecteren
¤
Voicemail
met
wijzigen
Bij sommige VoIP-aanbieders wordt het telefoonnummer al samen
met de algemene providergegevens op het basisstation geladen.
¤
Opslaan
OK
evt. met
lijn selecteren
Opslaan
nummer van de voicemail invoeren resp.
OK