6
Raak de pijltoets naast Modus Normaal/Stand-by om de lage instellingen te selecteren die de
standaarduitvoerlade gebruikt in de modus Gereed of Stand-by.
7
Raak de pijltoets naast Spaarstand aan om de lage instelling te selecteren die de standaarduitvoerlade gebruikt
in de modus Gereed of Stand-by.
Opmerking: zie "Spaarstand aanpassen" op pagina 70 voor meer informatie over het uitschakelen van de
spaarstand.
8
Druk op Indienen.
9
Raak
aan.
Geluidsniveau van de printer reduceren
Gebruik de Stille modus om het geluidsniveau van de printer te reduceren.
Opmerking: bekijk de tabel voor meer informatie over de instellingen die worden gewijzigd als u een instelling van de
Stille modus selecteert.
Kies Om
Aan Het geluidsniveau van de printer te reduceren.
•
Mogelijk is de verwerkingssnelheid langzamer.
•
De printermotoren starten niet tot er een taak klaar is om af te drukken. Het kan daarom even duren voordat de
eerste pagina wordt afgedrukt.
•
De ventilatoren werken minder snel of worden uitgeschakeld.
•
Als uw printer beschikt over een faxfunctie, worden faxgeluiden gereduceerd of uitgeschakeld, ook de geluiden
van de faxluidspreker en het belsignaal.
Uit
Hiermee gebruikt u de standaardinstellingen. Deze instelling ondersteunt de prestatiespecificaties voor uw printer.
U selecteert als volgt een instelling van de Stille modus:
1
Raak
aan op het home-scherm.
2
Raak Instellingen aan.
3
Raak Algemene instellingen aan.
4
Raak Stille modus aan.
5
Raak de pijltoetsen aan om een instelling te selecteren.
6
Raak Indienen aan.
Veranderingen indienen verschijnt.
Minimaliseer de invloed die uw printer op het milieu heeft
72