7
Selecteer in het vak Modus Fax in wachtstand een van de volgende opties:
•
Off (Uit)
•
Always On (Altijd aan)
•
Manual (Handmatig)
•
Scheduled (Gepland)
8
Als u Gepland hebt geselecteerd, gaat u verder met de volgende stappen. Anders gaat u naar stap 9.
a
Klik op Fax Holding Schedule (Wachtschema fax).
b
Selecteer in het menu Actie Hold faxes (Faxen in wachtrij).
c
In het menu Tijd selecteert u de tijd waarop u de faxen in de wachtrij wilt vrijgeven.
d
In het menu Dag(en) selecteert u de dag waarop u de faxen in de wachtrij wilt vrijgeven.
9
Klik op Add (Voeg toe).
Een fax doorsturen
Met deze optie kunt u ontvangen faxen afdrukken en doorsturen naar een faxnummer, e-mailadres, FTP-site of LDSS.
1
Typ het IP-adres van de printer in het adresveld van uw webbrowser.
Opmerking: Als u het IP-adres van de printer niet weet, drukt u een netwerkconfiguratiepagina af en zoekt u het
IP-adres op in het TCP/IP-gedeelte.
2
Klik op Settings (Instellingen).
3
Klik op Fax Settings (Faxinstellingen).
4
Klik op Analog Fax Setup (Analoge faxinstellingen).
5
Selecteer in het menu Fax doorsturen een van de volgende opties:
•
Print (Afdrukken)
•
Print and Forward (Afdrukken en doorsturen)
•
Forward (Doorsturen)
6
Selecteer in het menu "Doorsturen naaar" een van de volgende opties:
•
Fax (Faxen)
•
E-mail
•
FTP
•
LDSS
•
eSF
7
Klik in het vak Doorsturen naar snelkoppeling en voer het snelkoppelingsnummer in waar de fax naartoe moet
worden doorgestuurd.
Opmerking: Het snelkoppelingsnummer moet een geldig snelkoppelingsnummer zijn voor de instelling die is
geselecteerd in het menu Doorsturen naar.
8
Klik op Submit (Verzenden).
Faxen
145