3
De geleiders moeten tegen de randen van het papier worden geplaatst.
4
Plaats de lade weer in de printer.
S
TEL DE PRINTER IN OP DE BEGINWAARDEN
Zet de printer uit, wacht ongeveer 10 seconden en zet de printer weer aan.
Flashgeheugenkaart
Controleer of de flashgeheugenkaart goed is bevestigd op de systeemkaart van de printer.
Vaste schijf met adapter
Controleer of de vaste schijf goed is aangesloten op de systeemkaart van de printer.
Internal Solutions Port
Als de Internal Solutions Port (ISP) niet correct werkt, kunt u deze mogelijke oplossingen uitproberen. Probeer een of
meer van de volgende oplossingen:
C
ISP-
ONTROLEER DE
VERBINDINGEN
•
Controleer of de ISP goed is aangesloten op de systeemkaart van de printer.
•
Controleer of de juiste kabel wordt gebruikt en of deze op de juiste connector is aangesloten.
C
ONTROLEER DE KABEL
Controleer of de juiste kabel wordt gebruikt en of deze goed is aangesloten.
C
ONTROLEER OF DE NETWERKSOFTWARE JUIST IS GECONFIGUREERD
Klik op Handleiding netwerken op de cd Software en documentatie voor informatie over het installeren van software
voor afdrukken via een netwerk.
Geheugenkaart
Controleer of de geheugenkaart goed is bevestigd op de systeemkaart van de printer.
.
.
problemen oplossen
.
291