9
Selecteer uw tijdzone en druk dan op Doorgaan.
10
Druk op Fax en daarna op Doorgaan.
11
Selecteer de extra knoppen die u op het beginscherm weergegeven wilt zien en druk dan op Doorgaan.
12
Geef de naam van het faxstation en druk dan op Enter.
13
Geef het nummer van het faxstation en druk dan op Doorgaan.
14
Druk op Enter.
15
Wanneer erom gevraagd wordt, stelt u de datum en de tijd in en drukt u op Doorgaan.
Als de beginpagina verschijnt, is de faxfunctie ingeschakeld.
De Embedded Web Server gebruiken voor het instellen van de fax
1
Typ het IP-adres van de printer in het adresveld van uw webbrowser.
Opmerking: Als u het IP-adres van de printer niet weet, drukt u een pagina met netwerkinstellingen af en zoekt u
het adres in het TCP/IP-gedeelte.
2
Klik op Settings (Instellingen).
3
Klik op Fax Settings (Faxinstellingen).
4
Klik op Analog Fax Setup (Analoge faxinstellingen).
5
Klik in het vak Stationsnaam en voer vervolgens de naam in die u op alle uitgaande faxen wilt afdrukken.
6
Klik in het vak Stationsnummer en geef het faxnummer op.
7
Klik op Submit (Verzenden).
De datum en tijd instellen
Als de datum of tijd op een faxtaak niet correct is, kunt u de datum en tijd opnieuw in stellen. Daarna zal de correcte
datum en tijd op elke fax afgedrukt worden. U kunt als volgt de datum en tijd instellen:
1
Typ het IP-adres van de printer in het adresveld van uw webbrowser.
Opmerking: als u het IP-adres van de printer niet weet, drukt u een pagina met netwerkinstellingen af en zoekt u
het adres in het TCP/IP-gedeelte.
2
Klik op Instellingen.
3
Klik op Beveiliging.
4
Klik op Datum en tijd instellen.
5
Selecteer in het gedeelte Netwerktijdprotocol NTP inschakelen.
Opmerking: als u er de voorkeur aan geeft om de datum en tijd handmatig in te stellen, klik dan in het vak Datum/tijd
handmatig instellen en voer de huidige datum en tijd in.
6
Kijk of de tijdzone klopt.
7
Klik op Verzenden.
Faxen
134