Draadloos afdrukken installeren
Opmerking: draadloos afdrukken is niet op alle modellen standaard aanwezig.
Gebruik de volgende stappen om uw printer te configureren
Opmerking: sluit de kabels pas aan als dit wordt aangegeven.
1
Installeer de printerhardware. Voor meer informatie, zie de Setup-Guide.
2
Volg de aanwijzingen voor uw besturingssysteem.
•
Windows: zie "Benodigde gegevens voor het instellen van een printer op een draadloos netwerk" op
pagina 54 en "De printer installeren op een draadloos netwerk (Windows)" op pagina 55.
•
Macintosh: zie "Benodigde gegevens voor het instellen van een printer op een draadloos netwerk" op
pagina 54 en "De printer installeren op een draadloos netwerk (Macintosh)" op pagina 58.
Benodigde gegevens voor het instellen van een printer op een draadloos netwerk
Opmerking: sluit de installatie- of netwerkkabel niet aan totdat dit wordt aangegeven door de installatiesoftware.
•
SSID: er wordt ook naar de SSID verwezen als de netwerknaam.
•
Draadloze modus (of netwerkmodus): de modus is infrastructuur of ad-hoc.
•
Kanaal (voor ad-hocnetwerken): het kanaal wordt standaard ingesteld op automatisch voor
infrastructuurnetwerken.
Voor sommige ad-hocnetwerken is de instelling automatisch ook vereist. Raadpleeg de systeembeheerder als u
niet zeker bent over het kanaal dat u moet selecteren.
•
Beveiligingsmethode: er zijn drie opties voor de beveiligingsmethode:
–
WEP-sleutel
Als uw netwerk meerdere WEP-sleutels gebruikt, kunt u er maximaal vier opgegeven in de daarvoor bestemde
plaatsen. Selecteer de sleutel die momenteel wordt gebruikt op het netwerk door de standaardsleutel voor
WEP-verzending te selecteren.
of
–
WPA- of WPA2-wachtwoorden
WPA bevat codering als een extra beveiligingsniveau. U kunt kiezen uit AES of TKIP. Codering moet op de router
en op de printer zijn ingesteld voor hetzelfde type anders kan de printer niet communiceren op het netwerk.
Extra installatieopties voor de printer
54