nl
Voorkamer (externe staafelektrode)
13.3.4.1 Bewaking motorwikkeling
13.3.4.2 Bewaking voorkamer (externe
elektrode)
13.3.4.3 Bedrijf met frequentie-omvormer
48
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Flumen OPTI-TR 50-3 ... 120-1, Wilo-Flumen EXCEL-TRE 50-3 ... 90-2 • Ed.01/2022-07
o
o
o
Legenda
− = niet mogelijk, o = optioneel, • = seriematig
GEVAAR
Explosiegevaar door oververhitting van de motor!
Indien de thermische motorbewaking verkeerd wordt aangesloten, be-
staat explosiegevaar vanwege oververhitting van de motor!
• Uitschakeling door de thermische motorbewaking met een herinscha-
kelingblokkering uitvoeren.
Een herinschakeling is pas mogelijk als een ontgrendelingsknop met
de hand is ingedrukt!
Bij thermische motorbewaking wordt de drempelwaarde bepaald door de ingebouwde sen-
sor. Afhankelijk van de uitvoering van de thermische motorbewaking moet de optredende
schakeltoestand optreden:
•
Temperatuurbegrenzing (1 temperatuurcircuit)
Indien de drempelwaarde wordt bereikt, moet een uitschakeling met herinschakelings-
blokkering plaatsvinden!
•
Temperatuurregeling (2-temperatuurcircuits)
–
Indien de drempelwaarde voor de lage temperatuur wordt bereikt, kan een uitscha-
keling met automatische herinschakeling plaatsvinden.
VOORZICHTIG! Motorschade door oververhitting! Indien een automatische herin-
schakeling plaatsvindt, moeten de instructies met betrekking tot de schakelfre-
quentie en de schakelpauzes worden opgevolgd!
–
Indien de drempelwaarde voor de hoge temperatuur wordt bereikt, moet een uit-
schakeling met herinschakelingsblokkering plaatsvinden!
•
Thermische motorbewaking via een explosie-goedgekeurd relais (bijv. „CM-MSS") aan-
sluiten.
•
Indien er een frequentieomvormer wordt gebruikt, sluit dan de thermische motorbewa-
king op de Safe Torque Off (STO) aan. Hiermee wordt een hardwarematige uitschakeling
gegarandeerd.
•
Sluit de externe staafelektrode via een explosie-goedgekeurd relais aan! Hiervoor wordt
het relais "XR-4..." aanbevolen.
De drempelwaarde bedraagt 30 kOhm.
•
De aansluiting moet via een zelfbeveiligde stroomkring plaatsvinden!
•
Omvormertype: Pulsbreedtemodulatie
•
Min./max. frequentie bij continu bedrijf:
–
Asynchroonmotoren: 30 Hz tot nominale frequentie (50 Hz of 60 Hz)
–
Permanente magneetmotoren: 30 Hz tot aangegeven maximale frequentie volgens
typeplaatje
LET OP! De maximale frequentie kan minder dan 50 Hz bedragen!
•
Min. schakelfrequentie: 4 kHz
•
Max. spanningspieken op het klembord: 1350 V
•
Uitgangsstroom aan de frequentieomvormer: max. 1,5-voudige nominale stroom
•
Max. overbelastingstijd: 60 s
•
Draaimomenttoepassingen: kwadratische pompkarakteristiek of automatische energie-
optimalisatiemethode (bijv. VVC+)
De noodzakelijke toerental-/draaimomentkarakteristieken zijn op aanvraag verkrijgbaar!
•
Neem de aanvullende maatregelen met betrekking tot de elektromagnetische compati-
biliteit (keuze frequentieomvormer, filters enz.) in acht.
o
o
o
o
o