4.5 Inbedrijfstelling SP7-11/12
Inbedrijfstelling van de klepstandsteller:
1. Open de pneumatische voeding.
2. Sluit de veldbus of voeding aan op de busaansluitingen.
Het volgende wordt nu op het scherm weergegeven:
3. Controle van de mechanische montage:
-
MODE en ENTER ingedrukt houden; zodra het aftellen van 3 naar 0 is gegaan, MODE en ENTER loslaten.
Het apparaat schakelt over naar het bedrijfsniveau n bedrijfsmodus 1.x.
-
Houd MODE en ENTER ingedrukt en druk vervolgens op UP of DOWN totdat bedrijfsmodus 1.3 (handmatige
afstelling binnen het sensorbereik) wordt weergegeven. MODE lossen.
-
Druk op UP of DOWN om de servomotor in de mechanische eindpositie te brengen; controleer de eindposities;
de draaihoek wordt weergegeven in graden; druk voor de hogesnelheidsmodus tegelijkertijd op UP of DOWN.
Aanbevolen draaihoekbereik
Lineaire servomotoren
Roterende servomotoren
Minimale hoek
4. Ga terug naar het busniveau:
-
MODE en ENTER ingedrukt houden; zodra het aftellen van 3 naar 0 is gegaan, MODE en ENTER loslaten.
Het volgende wordt nu op het scherm weergegeven:
5. Voer standaard automatische afstelling uit in overeenstemming met standaard automatische afstelling. Zorg
ervoor dat het apparaat op het busniveau (REMOTE) staat.
6. Stel de dode zone en de tolerantieband in. Deze stap is alleen vereist voor kritische (bv. zeer kleine) servomotoren.
In normale gevallen kunt u deze stap overslaan.
De inbedrijfstelling van de klepstandsteller is nu voltooid en het apparaat is gereed voor gebruik.
IM-P706-02-NL CTLS-UKn-05
SP7-10, SP7-11 en SP7-12 Intelligente klepstandsteller
−28 tot 28°
−57 tot 57°
25°
41