3.1 Mechanische montage
Pijlpunt (1) op de feedbackas van het
apparaat (positiefeedback) moet
tussen de pijlmarkeringen (2) bewegen
3.1.2 Meet- en werkbereiken van de klepstandsteller
Werkbereik voor lineaire servomotoren:
H e t w e r k b e r e i k v o o r l i n e a i r e
s e r v o m o t o r e n b e d r a a g t ± 4 5 °
symmetrisch t.o.v. de lengteas. De
bruikbare span binnen het werkbereik
bedraagt minstens 25° (aanbevolen
waarde 40°). De bruikbare span hoeft
niet noodzakelijk symmetrisch ten
opzichte van de lengteas te lopen.
W e r k b e r e i k
v a n
servomotoren:
De bruikbare span bedraagt 90° en
moet geheel binnen het meetbereik
liggen, maar hoeft niet noodzakelijk
symmetrisch ten opzichte van de
lengteas te lopen.
Opmerking
Zorg er bij de installatie voor dat de
heen- en terugslag van de servomotor
of de draaihoek voor positiefeedback
correct wordt uitgevoerd.
12
3. Installatie
r o t e r e n d e
Fig. 3
SP7-10, SP7-11 en SP7-12 Intelligente klepstandsteller
Fig. 2
IM-P706-02-NL CTLS-UKn-05
(1) Meetbereik
(2) Werkbereik