3.4 Aansluiting op het apparaat
1
Kabelwartel
2
Blinde stop
3
Klemmen voor optiemodules
4
Klemmenbevestigingsset voor digitale feedback
5
Klemmen voor basiseenheid
Aan de linkerzijde van de behuizing zijn 2 getapte gaten ½ 14 NPT of M20 × 1,5 aangebracht voor kabelinvoer in
de behuizing. Eén van de getapte gaten is voorzien van een kabelwartel, terwijl het andere getapte gat een
blinde stop heeft.
Opmerking
De aansluitklemmen worden gesloten geleverd en moeten worden losgeschroefd alvorens de draad erin te
steken.
1.
Strip de draden tot ongeveer 6 mm (0,24 in).
2.
Sluit de draden aan op de aansluitklemmen volgens het aansluitschema.
30
SP7-10, SP7-11 en SP7-12 Intelligente klepstandsteller
Fig. 18
IM-P706-02-NL CTLS-UKn-05