j
Draai de aardingskabel rond de klem wanneer u hem
aansluit.
Meerdere buitenunits
Om de voeding voor meerdere buitenunits aan elkaar te verbinden,
moeten ringankertongen worden gebruikt. Blote kabels mogen niet
worden gebruikt.
In dat geval moet de standaard geïnstalleerde vulring worden
verwijderd.
Bevestig beide kabels aan de voedingsaansluitklem zoals hieronder
afgebeeld:
L1 L2 L3 N
17.8
Externe outputs aansluiten
SVS- en SVEO-output
De SVS- en SVEO-outputs zijn contacten op klem X2M.
De SVS-output is een contact op de klem X2M dat sluit wanneer een
lek, een storing of het loskomen van de R32-sensor (in de BS-unit of
binnenunit) wordt gedetecteerd.
De SVEO-output is een contact op klem X2M dat wordt gesloten in
het
geval
van
een
algemene
Overzicht" [ 4 18] en
"21.1.1 Foutcodes:
die deze output activeren.
OPMERKING
De
outputs
hebben
220~240 V AC – 0,5 A.
Gebruik de outputs NIET als voedingsbron, maar gebruik
elke output als voeding voor een relais dat het externe
circuit aanstuurt.
WHT
BLK GRY PPL
X2M
SVEO
SVS
c
a
b
a
SVEO-outputklemmen (1 en 2)
b
SVS-outputklemmen (1 en 2)
c
Kabel naar SVS-outputapparaat (voorbeeld)
Voorbeeld:
X2M
1
b
2
(SVS)
a
a
SVS-outputklem
b
Relais
c
Wisselstroomvoeding (220~240 V AC)
d
Extern alarm
INFORMATIE
Geluidsdata over het koelmiddellekalarm zijn beschikbaar
in de technische datasheet van de gebruikersinterface.
BRC1H52*-afstandsbedieningen kunnen bijvoorbeeld een
alarm van 65 dB produceren (geluidsdruk, gemeten op
1 meter van het alarm).
REMA5+REYA8~20A7Y1B
VRV 5 warmteterugwinning
4P684060-1 – 2022.02
fout.
Zie
"8.1 Foutcodes:
Overzicht" [ 4 50] voor fouten
een
beperkt
vermogen
van
c
d
17.9
Isolatieweerstand van de
compressor controleren
OPMERKING
Als zich na de installatie koelmiddel verzamelt in de
compressor, kan de isolatieweerstand over de polen
afnemen, maar de machine blijft werken zolang deze
weerstand minstens 1 MΩ bedraagt.
▪ Meet de isolatie met een 500 V megger.
▪ Gebruik GEEN megger voor laagspanningscircuits.
1 Meet de isolatieweerstand over de polen.
Als
≥1 MΩ
Isolatieweerstand is OK. Deze procedure
is voltooid.
<1 MΩ
Isolatieweerstand is niet OK. Ga verder
met de volgende stap.
2 Schakel de voeding IN en laat ze 6 uur aan.
Resultaat: De compressor warmt op en verdampt alle
koelmiddel in de compressor.
3 Meet de isolatieweerstand opnieuw.
18
Configuratie
INFORMATIE
Het is belangrijk dat de installateur alle informatie in dit
hoofdstuk achtereenvolgens leest en dat het systeem
gepast wordt geconfigureerd.
GEVAAR: RISICO OP ELEKTROCUTIE
18.1
Lokale instellingen uitvoeren
18.1.1
Over lokale instellingen
Om verder te gaan met de configuratie van het VRV 5-
warmteterugwinningssysteem, is een input naar de printplaat van de
unit vereist. In dit hoofdstuk vindt u informatie over manuele inputs
door middel van de drukknoppen op de printplaat en de feedback op
de 7-segmentendisplays.
De instellingen worden ingevoerd in de master-buitenunit.
Naast het uitvoeren van lokale instellingen, kunnen ook de actuele
bedrijfsparameters van de unit worden bevestigd.
Drukknoppen
Speciale acties (koelmiddel vullen, proefdraaien, enz.) en lokale
instellingen uitvoeren (vraagwerking, geluidsarm, enz.) gebeurt door
middel van de drukknoppen.
Zie ook:
▪
"18.1.2 Componenten voor lokale
▪
"18.1.3
Toegang
tot
de
instellingen" [ 4 44]
Stand 1 en 2
Stand
Stand 1
Stand 1 kan worden gebruikt voor het
controleren van de actuele situatie van de
(monitoringinstellin
buitenunit. U kunt tevens de inhoud van
gen)
sommige lokale instellingen controleren.
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
18 Configuratie
Dan
instellingen" [ 4 44]
componenten
voor
lokale
Beschrijving
43