Voor de onderste opening:
▪ De opening kan niet naar buiten zijn
▪ De opening kan niet worden afgesloten
▪ De onderste opening moet ≥0,012 m² zijn (A
▪ De oppervlakte van openingen hoger dan 300 mm van
de vloer telt niet mee bij de berekening van A
▪ Minstens 50% van A
200 mm van de vloer
▪ De onderkant van de onderste opening bevindt zich op
≤100 mm van de vloer
▪ De hoogte van de opening is ≥20 mm
Voor de bovenste opening:
▪ De opening kan niet naar buiten zijn
▪ De opening kan niet worden afgesloten
▪ De bovenste opening moet ≥0,006 m² zijn (50% van
A
)
nvmin
▪ De onderkant van de bovenste opening moet zich op
≥1500 mm van de vloer bevinden
▪ De hoogte van de opening is ≥20 mm
Noot: Aan de vereiste voor de bovenste opening kan
worden voldaan door middel van valse plafonds,
ventilatiekanalen of dergelijke die luchtcirculatie tussen de
verbonden kamers mogelijk maken.
OPMERKING
Binnenunits kunnen niet lager dan 1,8 m van het laagste
punt van de vloer worden geïnstalleerd.
2 Bepaal met behulp van de tabel hieronder de maximale totale
capaciteit van de binnenunits (som van alle aangesloten
binnenunits)
die
is
aftakkingsleidingpoort van de BS-unit.
Kamerop
Maximale totale capaciteitsklasse binnenunits
pervlakte
1 binnenunit per
[m²]
aftakkingsleidin
(a)
gpoort
≤6
—
7
10
8
15
9
32
10
32
15
80
20
80
25
140
30
200
35
200
40
250
≥45
250
(a)
1 binnenunit aangesloten op één enkele aftakkingsleidingpoort.
(b)
2~5 binnenunits aangesloten op één enkele
aftakkingsleidingpoort, 40 m na de 1
(c)
2 tot 5 binnenunits aangesloten op één enkele
aftakkingsleidingpoort, 90 m na de 1
(vergroting van vloeistofleiding, zie
voorbereiden" [ 4 30]).
Noot: De waarden in de tabel gaan uit van het slechtst denkbare
volume binnenunit en 40 m leiding tussen binnenunit en BS-unit. In
VRV Xpress
kunnen aangepaste leidinglengten en binnenunits
worden toegevoegd, wat kan leiden tot lagere minimumvereisten
voor de kameroppervlakte.
REMA5+REYA8~20A7Y1B
VRV 5 warmteterugwinning
4P684060-1 – 2022.02
)
nvmin
nvmin
bevindt zich op minder dan
nvmin
toegelaten
voor
één
enkele
2~5 binnenunits per
aftakkingsleidingpoort
e
e
40 m na 1
90 m na 1
(b)
(c)
aftakking
aftakking
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
32
—
40
25
63
50
71
71
100
100
140
140
e
koelmiddelaftakking.
e
koelmiddelaftakking
"15.1 Koelmiddelleiding
13 Speciale vereisten voor R32-units
Noot:
Wanneer
meerdere
aftakkingsleidingpoort zijn aangesloten, moet de som van de
capaciteitsklassen van de aangesloten binnenunits gelijk aan of
minder dan de in de tabel aangegeven waarde.
Noot:
Wanneer
binnenunits
aftakkingsleidingpoort over verschillende kamers zijn verspreid:
neem de opppervlakte van de kleinste kamer.
Noot: De afgeleide waarden moeten naar beneden worden
afgerond.
3 Wanneer er op de laagste ondergrondse verdieping in het
gebouw binnenunits zijn, is er een extra vereiste voor de
maximaal toegelaten hoeveelheid koelmiddel: de bediende
kamer met de kleinste oppervlakte op de laagste ondergrondse
verdieping bepaalt de maximaal toegelaten hoeveelheid
koelmiddel van het volledige systeem. Bepaal de limiet voor de
totale hoeveelheid koelmiddel in het systeem aan de hand van
de grafiek of de tabel (zie
handleiding).
Noot: De afgeleide waarden moeten naar beneden worden
afgerond.
ANDERE VERDIEPINGEN
Tabel "Maximale capaciteitsklasse"
LAAGSTE ONDERGRONDSE VERDIEPING
Grafiek & tabel "Laagste ondergrondse verdieping" EN tabel "Maximale
capaciteitsklasse"
m
Limiet voor de totale hoeveelheid koelmiddel in het
systeem
A
Kleinste kameroppervlakte
min
(a)
Lowest underground floor (=Laagste ondergrondse
verdieping)
4 Gebruik de waarden op het typeplaatje van de unit om de totale
hoeveelheid koelmiddel in het systeem te bepalen.
Contains fluorinated greenhouse gases
R32
1
=
GWP: xxx
2
=
2
1
1
+
2
=
GWP × kg
=
1000
Totale hoeveelheid koelmiddel=Fabrieksvulling
(b)
(a)
De fabrieksvulling staat op het typeplaatje.
(b)
De waarde voor R wordt berekend in
bijgevuld" [ 4 37].
koelmiddel moet worden
5 De totale capaciteit van de binnenunits aangesloten op een
aftakkingsleidingpoort (of koppel aftakkingsleidingpoorten
in het geval van FXMA200/250) MOET gelijk zijn aan of
minder dan de uit de tabel afgeleide capaciteitslimiet.
Bovendien, wanneer een binnenunit op de laagste
ondergrondse verdieping is geïnstalleerd, MOET de totale
hoeveelheid koelmiddel in het systeem minder zijn dan de
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
binnenunits
op
dezelfde
aangesloten
op
dezelfde
[ 4 2] vooraan in deze
"afbeelding 1"
kg
kg
kg
tCO
eq
2
(a)
+extra vulling
"16.3 Bepalen hoeveel
25