Inhoudsopgave
Advertenties
Bediening van het werkstation
Aanzetten
Nadat het werkstation is aangezet, kan het 90 seconden duren voordat services en toepassingen die op het werkstation draaien volledig
operationeel worden .
1 . Sluit het voedingssnoer van de netvoeding aan op de netstroomcontactdoos op het werkstation .
2 . Controleer of de voedingsindicator brandt .
3 . Optioneel: Controleer of de netwerkkabel is aangesloten op de poort die wordt aangeduid met het symbool xxx als verbinding met
PDMS is vereist .
a
4 . Druk eenmaal op de
-toets om het werkstation in te schakelen .
Stappen in opstartprocedure
5 . Start van werkstation inschakelen
6 . Test van barcodelezer
7 . Test van locatiebaken van pompalarm,
indien aanwezig .
8 . Initialisatie van elke module
9 . Test van verpleegkundigenoproep,
wanneer deze is aangesloten
10 . Windows CE-software opstarten
11 . Initialisatie van het interne netwerk van
het werkstation
12 . Systeem wordt aangezet op zelftest
13 . Test van interne systemen
14 . Inschakelen van werkstation voltooid
Opgelet:
Zet het werkstation gedurende deze eerste 90 seconden niet uit.
Opgelet:
Stel het werkstation buiten bedrijf en neem contact op met een bevoegd onderhoudstechnicus als een van de
verificatiecontroles mislukt wanneer het werkstation is ingeschakeld en u een storing vermoedt.
Uitzetten
Druk de
a
-toets in en houd deze twee seconden ingedrukt om het werkstation uit te schakelen .
Het werkstation resetten
In het onwaarschijnlijke geval dat het werkstation gereset moet worden, houdt u de
de Aan-statusindicator uit gaat . Laat vervolgens de toets los en druk nogmaals op dezelfde toets om het werkstation opnieuw in te
schakelen .
Opgelet:
Als het werkstation nog steeds niet goed werkt na resetten, stelt u het werkstation buiten bedrijf en neemt u
contact op met bevoegd onderhoudspersoneel.
Het resetten van het werkstation is ook vereist om een eventuele systeemfoutindicator te wissen.
A
Primair werkstation
Statusindicator AAN brandt
Het rode LED-lampje op de barcodelezer
(waar aangebracht) licht op en de
barcodelezer geeft een piepje af .
Controleer of het locatiebaken van het
pompalarm (waar aangebracht) rood
oplicht, vervolgens oranje wordt en daarna
uitgaat .
Controleer of de Systeemfoutindicator
kort oplicht, een reeks piepjes afgeeft en
daarna uitgaat .
Verpleegkundigenoproep automatisch
geactiveerd
Controleer of het werkstation een korte
hoorbare toon afgeeft .
De statusindicatoren A en B knipperen na
een lange pieptoon
Controleer of de Systeemfoutindicator
kort oplicht en daarna uitgaat .
Pieptoon afgegeven door de tweede
luidspreker
Controleer of de AAN-statusindicator
brandt .
1000DF00753 Uitgave 2
Alaris™ Gateway-werkstation v1.2
Bediening van het werkstation
Gebruikersverificatie
Extra werkstation
Statusindicator AAN brandt
Niet van toepassing
Controleer of het locatiebaken van het
pompalarm (waar aangebracht) rood
oplicht, vervolgens oranje wordt en daarna
uitgaat .
Controleer of de Systeemfoutindicator
kort oplicht, een reeks piepjes afgeeft en
daarna uitgaat .
Niet van toepassing
Niet van toepassing
Niet van toepassing
Niet van toepassing
Niet van toepassing
Controleer of de AAN-statusindicator
brandt .
a
-toets ten minste vier seconden ingedrukt totdat
19/30
Advertenties
Inhoudsopgave
