Bedieningstoetsen en indicatorlampjes
Bedieningstoetsen
Symbool
Beschrijving
a
AAN/UIT - Druk eenmaal op deze toets om het werkstation in te schakelen . Houd twee seconden ingedrukt om
het werkstation uit te schakelen . Mocht het systeem gereset moeten worden, houd de toets dan ten minste vier
seconden ingedrukt en druk vervolgens nogmaals op de toets om het werkstation in te schakelen .
a
Indicatorlampjes
Symbool
Beschrijving
j
Batterij-indicator - Als het lampje brandt, werkt het werkstation op de interne batterij; als het lampje knippert,
is het batterijvermogen laag en wordt het systeem automatisch uitgeschakeld .
j
k
Netspanningsindicator - Als het lampje brandt, is het werkstation aangesloten op netspanning en wordt de
batterij opgeladen .
k
Statusindicator A - geeft een visuele indicatie van de interne softwareactiviteit .
Statusindicator B - geeft een visuele indicatie van de communicatieactiviteit van het netwerk in het
werkstation .
d
'AAN'-statusindicator - Als het lampje brandt, is het werkstation operationeel .
w
Systeemfoutindicator - Deze indicator op het werkstation gaat branden wanneer er een interne storing
optreedt en wordt gedetecteerd .
1000DF00753 Uitgave 2
Alaris™ Gateway-werkstation v1.2
Bedieningstoetsen en indicatorlampjes
9/30