Inhoudsopgave
Advertenties
FW VERSION (firmware-versie)
Toont de huidige firmware-versie.
FW UPDATE (firmware-update)
Opent het firmware-updateproces: [YES], [NO].
Het bijwerken van de firmware duurt een
aantal minuten. Tijdens het bijwerken mag u
het contactslot niet op OFF draaien of het
USB-apparaat verwijderen.
Audio-instelling (AUDIO)
Dit instelmenu is niet beschikbaar wanneer de
bron uitstaat en de klok wordt weergegeven.
EQ PRESET
Selecteert een equalizer-curve uit 10 equalizer-
curves of uit:
[USER], [FLAT](OFF), [POPS], [ROCK], [NEWS],
[JAZZ], [ELEC DANCE], [HIP HOP], [EASY LIS],
[COUNTRY], [CLASSICAL].
De instelling van de equalizer-curve kan niet
voor elke bron worden opgeslagen.
3BAND PEQ (3Band parametrische equalizer)
Past voor elk WIDTH, FREQUENCY en LEVEL
aan nadat BAND is geselecteerd.
BAND: [BASS], [MID], [TREBLE].
Instelmogelijkheden: [WIDTH <Q>], [CENTER
FREQ], [LEVEL].
BALANCE
Past de geluidsbalans aan: [R 15] – [0] – [L 15].
FADER
Past het relatieve niveau aan: [F 15] – [0] – [R 15].
SUBWOOFER
SUBW LEVEL (subwoofer-niveau)
Past het subwoofer-volumeniveau aan:
[OFF], [0] - [+15].
SUBW PHASE (subwoofer-fase)
Selecteert de subwoofer-fase: [NORMAL],
[REVERSE].
LPF FREQ (frequentie laagdoorlaatfilter)
Selecteert de subwoofer-grensfrequentie:
[80Hz], [100Hz], [120Hz].
HPF FREQ (frequentie hoogdoorlaatfilter)
Selecteert de grensfrequentie voor de
voorste/achterste luidspreker: [OFF], [80Hz],
[100Hz], [120Hz].
AUX VOL (AUX-volumeniveau)
Past het volumeniveau voor alle aangesloten
randapparaten aan: [+18 dB] – [0 dB] – [-8 dB].
Deze instelling maakt het aanpassen van het
volumeniveau tussen bronnen overbodig.
(Alleen beschikbaar wanneer AUX wordt
geselecteerd.)
BTA VOL (BLUETOOTH audio-volumeniveau)
(alleen CDE-203BT/ UTE-200BT)
Past het volumeniveau voor elk aangesloten
BLUETOOTH-apparaat aan:
[+6 dB] – [0 dB] – [-6 dB].
Deze instelling maakt het aanpassen van het
volumeniveau tussen bronnen overbodig.
(Alleen beschikbaar wanneer BT audio wordt
geselecteerd.)
Scherm-instelling (DISPLAY)
BLACK OUT
Wanneer er een tijdje geen handeling wordt
uitgevoerd terwijl [ON] is ingesteld, verdwijnt
het scherm automatisch.
Activeert het verduisteren: [ON], [OFF].
DIMMER
Verandert de helderheid van het scherm:
[OFF], [ON], [AUTO]*, [CLOCK].
* alleen CDE-203BT/ UTE-200BT
([AUTO] is alleen beschikbaar als de
stuurkabel voor de verlichting is aangesloten
en de koplampen branden.)
Om deze functie zo in te stellen dat deze
alleen gedurende een bepaalde tijd actief is,
selecteert u [CLOCK] en stelt u de begin- en
eindtijd in.
– De helderheid instellen als de dimmer-
functie geactiveerd is:
Stel [DIMMER] in op [ON] en pas vervolgens
[BRIGHTNESS] aan.
– De helderheid instellen als de dimmer-
functie gedeactiveerd is:
Stel [DIMMER] in op [OFF] en pas vervolgens
[BRIGHTNESS] aan.
De instelling voor helderheid wordt
opgeslagen en toegepast als de dimmer-
functie wordt geactiveerd of gedeactiveerd.
21
-NL
Advertenties
Inhoudsopgave
