De printerdriver wijzigen om de soort en het formaat van het
afdrukmateriaal in te stellen
Selectie van afdrukmateriaal volgens soort en formaat leidt tot een aanmerkelijk verbeterde afdrukkwaliteit
voor zwaar papier, glanzend papier en overheadtransparanten. Gebruik van de onjuiste instelling kan leiden
tot een verminderde afdrukkwaliteit. Bij speciale afdrukmaterialen, zoals etiketten of transparanten, moet u
altijd afdrukken volgens het soort afdrukmateriaal. Druk enveloppen, indien mogelijk, af volgens formaat.
OPMERKING:
dialoogvensters verschillen.
1.
Klik in het menu Bestand op Afdrukken.
2.
Selecteer het printerstuurprogramma en klik op de knop Eigenschappen of Voorkeuren.
3.
Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit.
4.
Selecteer het correcte afdrukmateriaal in de lijst Type is of Formaat is.
5.
Klik op de knop OK.
32
Hoofdstuk 5 Papier en afdrukmateriaal
Afhankelijk van het softwareprogramma, kunnen de namen van opdrachten en
NLWW