GEVAAR! Levensgevaar!
Vergeet niet de installatie te aarden.
De elektrische aansluiting van de frequen-
tie-omvormer (afb. 3) moet afhankelijk van de
bedrijfssituatie (zie hoofdstuk 6 – Inbedrijfname)
met de schakelschema's in de volgende tabel
overeenkomen.
VOORZICHTIG! Gevaar voor beschadiging van
het product!
Een fout in de aansluiting kan tot beschadiging
van de frequentieomvormer leiden.
Omschrijving
Indeling
L1, L2, L3
Netspanning
PE
Aardaansluiting
IN1
Ingang sensor
(DDS-klem 9)
IN2
Ingang externe gewenste waarde
(10V/20mA-klem 7)
GND (x2)
Massa-aansluitingen
+ 24 V
Stroomvoorziening voor sensor
Ext. uit
Ingang van de besturing ON/OFF
"Prioriteit UIT"
bij een potentiaalvrije externe scha-
kelaar
SBM
Relais "Beschikbaarheidsmelding"
VSM
Relais "Storingsmelding"
De klemmen IN1, IN2, GND en ext. uit voldoen
aan de eisen betreffende een "correcte isolatie"
(conform EN61800-5-1) ten opzichte van de
klemmen van het net alsook ten opzichte van
de klemmen SBM en SSM (en omgekeerd).
WILO SE 04/2016
GEVAAR! Levensgevaar!
De elektrokabel mag nooit in contact komen
met de leiding of de pomp.
Bovendien moet deze volledig beschermd zijn
tegen vocht.
Toewijzing van de aansluitklemmen
• Draai de schroeven los en verwijder het deksel
van de frequentie-omvormer.
Opmerking
Draaistroom 3 ~ IEC38
Type signaal: spanning (0 - 10 V, 2 - 10 V)
Ingangsweerstand: Ri ≥ 10 kΩ
Type signaal: stroomsterkte (0 - 20 mA, 4 - 20 mA)
Ingangsweerstand: R
= 500 Ω
b
Instelbaar in het menu "Service" <5.3.0.0>
Type signaal: spanning (0 - 10 V, 2 - 10 V)
Ingangsweerstand: Ri ≥ 10 kΩ
Type signaal: stroomsterkte (0 - 20 mA, 4 - 20 mA)
Ingangsweerstand: R
= 500 Ω
b
Instelbaar in het menu "Service" <5.4.0.0>
Voor elke ingang IN1 en IN2.
Maximale stroomsterkte: 60 mA
De stroomvoorziening is beveiligd tegen kortsluiting.
De potentiaalvrije externe schakelaar maakt het acti-
veren en deactiveren van de pomp mogelijk.
Bij installaties met veel starts (> 20 per dag) dient het
activeren en deactiveren via "ext. uit" te worden geregeld.
In het normale bedrijf is het relais actief, als de pomp
loopt of gereed is voor bedrijf.
Het relais wordt bij de eerste keer dat een storing
optreedt of bij stroomuitval gedeactiveerd (de pomp
stopt).
Er wordt een schakelkast over de (ook tijdelijke)
beschikbaarheid van een pomp geïnformeerd.
Instelbaar in het menu "Service" <5.7.6.0>
Potentiaalvrije schakelaar:
min.: 12 V DC, 10 mA
max.: 250 V AC, 1 A
Nadat er een serie van hetzelfde fouttype (van 1 tot 6,
afhankelijk van de ernst)
is herkend, stopt de pomp en dit relais wordt geacti-
veerd (totdat manueel wordt ingegrepen).
Potentiaalvrije schakelaar:
min.: 12 V DC, 10 mA
max.: 250 V AC, 1 A
Nederlands
71