NAAISTEKEN — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
e
Zet de naad op één lijn met het midden van de
rits en naai de rits op zijn plaats met rijgsteken.
a
a Achterkant van de stof
b Rijgsteken
c Rits
f
Met de patroonselectieknop
selecteert u steek
Bevestig de persvoethouder aan de rechterkant
g
van de pen van ritsvoet "I".
a
I
a Rechterkant van de pen
b Naaldpositie
• Zie "Persvoet verwisselen" (pagina 33) voor
meer informatie.
VOORZICHTIG
● Wanneer u ritsvoet "I" gebruikt, moet u de
middelste naaldstand gebruiken en het
handwiel langzaam naar u toe draaien om te
controleren dat de naald de persvoet niet raakt.
Als een andere steek is geselecteerd en de naald
de persvoet raakt, kan de naald verbuigen of
breken.
66
b
c
.
b
h
Naai versteviging rond de rits.
a
b
a Stiksel
b Voorkant van de stof
c Rijgsteken
d Einde ritsopening
VOORZICHTIG
● Zorg bij het naaien dat de naald de rits niet
raakt. Anders kan de naald verbuigen of
breken.
i
Verwijder de rijgsteken.
Zijrits inzetten
Slechts één stuk stof wordt gestikt. Gebruik deze
soort ritsen voor zij- en achteropeningen.
a
a Stiksel
b Voorkant van de stof
c Einde ritsopening
Hieronder wordt beschreven hoe u aan de linkerkant
moet stikken (zie afbeelding).
c
d
b
c