2
GRONDBEGINSELEN VAN NAAIEN
Beginnen met naaien
Hieronder worden basishandelingen voor het naaien beschreven.
Lees de volgende voorzorgsmaatregelen voordat u de naaimachine gaat gebruiken.
VOORZICHTIG
● Let goed op de naald wanneer de machine in werking is. Houd bovendien uw handen uit de buurt van
alle bewegende delen zoals de naald, het handwiel en de draadophaalhendel. Anders kunt u letsel
oplopen.
● Trek niet te hard aan de stof en duw de stof niet te hard tijdens het naaien. Anders kunt u letsel oplopen
of kan de naald breken.
● Gebruik nooit verbogen naalden. Verbogen naalden kunnen gemakkelijk breken, wat letsel kan
veroorzaken.
● Gebruik de juiste persvoet voor de soort steek die u wilt maken, anders kan de naald de persvoet raken,
waardoor de naald kan verbuigen of breken.
● Pas op dat de naald bij het naaien geen rijgspelden raakt, anders kan de naald verbuigen of breken.
● Zet de naaimachine uit voordat u de persvoet verwisselt. Anders kunt u letsel oplopen wanneer u per
ongeluk drukt op de start/stoptoets en de machine begint te naaien.
Naaiprocedure
Hieronder wordt de basisprocedure voor het naaien beschreven.
Zet de machine
1
aan.
Selecteer een
2
steek.
Bevestig de
3
persvoet.
Begin met
4
naaien.
Zet de machine aan.
Zie "De machine aanzetten" (pagina 14) voor meer informatie.
↓
Selecteer een steek die geschikt is voor de toepassing.
Zie "Steek selecteren" (pagina 42) voor meer informatie.
↓
Bevestig de geschikte persvoet voor de soort steek die u wilt naaien.
Zie "Persvoet verwisselen" (pagina 33) voor meer informatie.
↓
Plaats de stof en begin met naaien. Knip de draden af wanneer het naaiwerk is
voltooid.
Zie "Stof plaatsen" (pagina 43), "Beginnen met naaien" (pagina 44) en "Draad
afknippen" (pagina 48) voor meer informatie.
2
41