4.1
LENGTE VAN DE PTO
De lengte van de PTO is zeer belangrijk. Wanneer deze te lang is kan de aandrijving van de tractor
®
en/of Verti-Drain
beschadigd raken. Wanneer de overlappende lengte van de kokers op enig
moment lager wordt dan 250 mm (9,8") kan de PTO beschadigd raken.
De lengte verandert wanneer de machine opgetild wordt of wanneer een andere
tractor wordt gebruikt.
Om de PTO op de juiste lengte te brengen, wanneer nieuw aangeschaft of bij gebruik van een
andere trekker, ga als volgt te werk:
1. Meet de afstand tussen de PTO aansluiting van de trekker en die van de Verti-Drain, van groef
tot groef, wanneer de machine op de juiste hoek op de grond staat en aan de trekker is
bevestigd.
2. Meet de afstand B van de PTO in zijn kortste stand van vergendelingspen tot
vergrendelingsbout.
3. Splits de PTO in twee delen en verwijder de beschermingskap van beide uiteinden.
4. Zowel de uiteinden van de kokers als van de veiligheidskappen moeten korter gemaakt worden:
(B-A) + 125 mm (4,9").
5. Braam alle onderdelen af, gebruik wat vet en zet alle onderdelen in elkaar.
6. Monteer de PTO aan de Verti-Drain zijde.
7. Bevestig het andere uiteinde van de PTO aan de trekker.
8. Controleer de overlap van de kokers.
Gebruik de machine nooit met een beschadigde PTO beschermkap.
Vervang deze eerst.
4.2
GEBRUIK VAN DE PTO
Voor een juist gebruik van de PTO moeten de volgende items worden gecontroleerd:
1. Tijdens het werk mag de hoek van de draaipunten nooit groter zijn dan 30 graden.
2. De draaipunten moeten altijd in lijn zijn.
3. De overlap van de kokers moet altijd minimaal 250 mm (9,8") zijn.
4. Gebruik de machine nooit met een beschadigde PTO beschermkap.
5. Voor smeren, zie par. 13.0: Onderhoud.
(zie Fig.9)
13