Koelkast inbouwen
6
Koelkast inbouwen
6.1
Montage voorbereiden
Neem bij de montage van de koelkast volgende aanwijzingen in acht:
• Voor een optimale circulatie van het koudemiddel mag de koelkast een hellings-
hoek van hooguit 3° hebben.
Plaats hiervoor het voertuig met een waterpas horizontaal.
• De koelkast moet zodanig worden ingebouwd dat hij voor onderhoud goed toe-
gankelijk is, eenvoudig in- en uitgebouwd en zonder veel moeite uit het voertuig
kan worden genomen.
• De afstand tussen de koelkast en achterwand moet min. 15 mm – max. 25 mm
(afb. 3, pagina 4) bedragen.
• De koelkast moet in een nis worden ingebouwd, zodat hij bij beweging van het
voertuig vast staat. Neem hiervoor de volgende afmetingen in acht afb. 1,
pagina 3).
• In ingebouwde toestand moet de deuropeningshoek minstens115° bij linker- en
rechteraanslag bedragen (afb. 6, pagina 4). Alleen zo is gegarandeerd dat het
vriesvak kan worden uitgenomen resp. de vriesvakdeur kan worden geopend.
Dit geldt ook voor de vervanging van de deuraanslag ter plekke.
• In de buitenwand moeten een beluchtingsopening (afb. 2 2, pagina 3) en een
ontluchtingsopening (afb. 2 3, pagina 3) met ventilatierooster voorhanden zijn
om de warmte die ontstaat goed naar buiten te kunnen leiden:
– Beluchtingsopening: Beluchtingsrooster moet indien mogelijk in een lijn zijn
met de onderzijde van de branderafdekking (afb. 2 1, pagina 3) met een
diameter van hooguit 250 cm².
– Beluchtingsopening: indien mogelijk boven de koelkast.
• Indien het ventilatierooster van de beluchtingsopening niet in een lijn met de
ondergrond kan worden ingebouwd, moet ook een beluchtingsopening
(afb. 2 5, pagina 3) in de ondergrond voor het afvoeren van uitgetreden gas
worden aangebracht.
• De beluchtingsopeningen mogen tijdens gebruikt niet door voertuigdelen wor-
den afgedekt (bijvoorbeeld geopende deur of door de aanbouw van toebeho-
ren zoals fietsdrager).
• Aan de achterzijde van de koelkast moet voldoende ruimte voorhanden zijn
zodat de lucht rond het koelelement kan circuleren.
• Monteer boven de koelkast een warmtegeleideplaat (afb. 2 4, pagina 3) zodat
zich geen warmte in het voertuig verzamelt.
62
RMV5301, RMV5305
NL