Waarschuwingen en alarmen
WAARSCHUWING/ALARM 4, Faseverlies netvoeding
Aan de voedingszijde ontbreekt een fase of de onbalans
van de netspanning is te hoog. Deze melding verschijnt
ook als er een fout optreedt in de ingangsgelijkrichter op
de frequentieomvormer. De opties worden
geprogrammeerd via 14-12 Function at Mains Imbalance.
Probleem verhelpen: Controleer de netspanning en de
voedingsstromen naar de frequentieomvormer.
WAARSCHUWING 5, DC-tussenkringspanning hoog
De tussenkringspanning (DC) is hoger dan de waarschu-
wingslimiet voor hoge spanning. De limiet hangt af van de
nominale spanning van de frequentieomvormer. De
eenheid is nog steeds actief.
WAARSCHUWING 6, DC-tussenkringspanning laag
De tussenkringspanning (DC) is lager dan de waarschu-
wingslimiet voor lage spanning. De limiet hangt af van de
nominale spanning van de frequentieomvormer. De
eenheid is nog steeds actief.
WAARSCHUWING/ALARM 7, DC-overspanning
Als de tussenkringspanning hoger is dan de overspan-
ningsbegrenzing schakelt de frequentieomvormer na een
bepaalde tijd uit.
Probleem verhelpen
Sluit een remweerstand aan.
Verleng de aan/uitlooptijd.
Wijzig het type ramp.
Activeer de functies in 2-10 Brake Function.
Verhoog 14-26 Trip Delay at Inverter Fault.
WAARSCHUWING/ALARM 8, DC-onderspanning
Als de tussenkringspanning (DC) lager wordt dan de limiet
voor lage spanning zal de frequentieomvormer controleren
of de 24 V DC-reservevoeding is aangesloten. Als geen 24
V DC-reservevoeding is aangesloten, schakelt de
frequentieomvormer uit na een vaste tijdsvertraging. Deze
tijdsvertraging hangt af van de eenheidgrootte.
Probleem verhelpen:
Controleer of de voedingsspanning overeenkomt
met de spanning van de frequentieomvormer.
Voer een ingangsspanningstest uit.
Voer een soft-chargecircuittest uit.
WAARSCHUWING/ALARM 9, Inverter overbelast
De frequentieomvormer staat op het punt van uitscha-
keling wegens overbelasting (te hoge stroom gedurende
een te lange tijd). De teller voor de thermo-elektronische
omvormerbeveiliging geeft een waarschuwing bij 98% en
schakelt uit bij 100%, waarbij een alarm wordt
gegenereerd. De frequentieomvormer kan niet worden
gereset totdat de teller onder de 90% is gezakt.
De fout is dat de frequentieomvormer gedurende een te
lange tijd voor meer dan 100% is overbelast.
VLT
®
AutomationDrive
Bedieningsinstructies
®
MG33AK10 – VLT
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
Probleem verhelpen
Vergelijk de aangegeven uitgangsstroom op het
LCP met de nominale stroom van de
frequentieomvormer.
Vergelijk de aangegeven uitgangsstroom op het
LCP met de gemeten motorstroom.
Laat de thermische belasting op het LCP
weergeven en houd de waarde in de gaten.
Wanneer de stroom hoger is dan de nominale
continustroom van de frequentieomvormer moet
de teller omhoog gaan. Wanneer de stroom lager
is dan de nominale continustroom van de
frequentieomvormer moet de teller omlaag gaan.
Zie de sectie over reductie in de Design Guide voor meer
informatie als er een hoge schakelfrequentie is vereist.
WAARSCHUWING/ALARM 10, Overtemperatuur motor-ETR
De thermo-elektronische beveiliging (ETR) geeft aan dat de
motor te warm is. In 1-90 Motor Thermal Protection kan
worden ingesteld of de frequentieomvormer een
waarschuwing of een alarm moet geven wanneer de teller
100% bereikt. De fout treedt op wanneer de motor
gedurende een te lange tijd voor meer dan 100% is
overbelast.
Probleem verhelpen
Controleer op oververhitting van de motor.
Controleer of de motor mechanisch overbelast is.
Controleer of de ingestelde motorstroom in
1-24 Motor Current correct is.
Controleer of de motorgegevens in parameter
1-20 tot en met 1-25 juist zijn ingesteld.
Controleer bij gebruik van een externe ventilator
of deze ook is geselecteerd in 1-91 Motor External
Fan.
Door het uitvoeren van een AMA via
1-29 Automatic Motor Adaptation (AMA) wordt de
frequentieomvormer nauwkeuriger afgestemd op
de motor en wordt de thermische belasting
beperkt.
WAARSCHUWING/ALARM 11, Overtemperatuur motorther-
mistor
De thermistor is mogelijk ontkoppeld. Stel in 1-90 Motor
Thermal Protection in of de frequentieomvormer een
waarschuwing of een alarm moet genereren.
Probleem verhelpen
Controleer op oververhitting van de motor.
Controleer of de motor mechanisch overbelast is.
Controleer bij gebruik van klem 53 of 54 of de
thermistor correct is aangesloten tussen klem 53
of 54 (analoge spanningsingang) en klem 50 (+10
V-voeding), en of de klemschakelaar voor 53 of
54 is ingesteld voor spanning. Controleer of
8
8
55