Opstarten en functionele te...
3 Opstarten en functionele tests
3.1 Prestart
3.1.1 Veiligheidsinspectie
WAARSCHUWING
HOGE SPANNING!
Wanneer in- en uitgangsverbindingen niet correct zijn
aangesloten, kan er op deze klemmen een hoge spanning
komen te staan. Wanneer voedingskabels voor meerdere
motoren op incorrecte wijze samen in één leiding zijn
geplaatst, bestaat de kans dat condensatoren in de
frequentieomvormer worden geladen via lekstroom, zelfs
wanneer ze zijn afgeschakeld van de voedingsingang. Doe
geen aannames over vermogenscomponenten wanneer u
het systeem voor de eerste keer opstart. Volg de prestart-
procedures. Het niet uitvoeren van de prestartprocedures
kan leiden tot lichamelijk letsel of schade aan de
apparatuur.
1.
Het ingangsvermogen naar de eenheid moet zijn
AFGESCHAKELD en vergrendeld. Vertrouw niet op
de werkschakelaars van de frequentieomvormer
voor isolatie van het ingangsvermogen.
2.
Verzeker u ervan dat er geen spanning staat op
de ingangsklemmen L1 (91), L2 (92) en L3 (93),
fase naar fase en fase naar aarde.
3.
Verzeker u ervan dat er geen spanning staat op
de uitgangsklemmen 96 (U), 97 (V) en 98 (W),
fase naar fase en fase naar aarde.
4.
Verzeker u ervan dat de motor continu loopt
door de ohmwaarden te meten op U-V (96-97), V-
W (97-98) en W-U (98-96).
5.
Controleer op een juiste aarding van zowel de
frequentieomvormer als de motor.
6.
Inspecteer de frequentieomvormer op losse
klemaansluitingen.
7.
Noteer de volgende gegevens van het motorty-
peplaatje: vermogen, spanning, frequentie,
vollaststroom en nominale snelheid. Deze
waarden hebt u later nodig om de gegevens van
het motortypeplaatje te programmeren.
8.
Controleer of de voedingsspanning overeenstemt
met de spanning van de frequentieomvormer en
motor.
VLT
®
AutomationDrive
Bedieningsinstructies
®
MG33AK10 – VLT
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
3
3
23