Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Mechanische Rembesturing; Seriële Communicatie - Danfoss VLT AutomationDrive FC 300 Bedieningshandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor VLT AutomationDrive FC 300:
Inhoudsopgave

Advertenties

Installatie

2.4.5.9 Mechanische rembesturing

Bij hijs-/dalingtoepassingen moet een elektromechanische
rem kunnen worden bestuurd.
De rem wordt bediend met behulp van een
relaisuitgang of een digitale uitgang (klem 27 en
29).
De uitgang moet gesloten blijven (spanningsvrij)
gedurende de periode dat de
frequentieomvormer de motor niet kan 'onders-
teunen', bijvoorbeeld wanneer de belasting te
groot is.
Selecteer Mech. rembest. [32] in parametergroep
5-4* voor toepassingen met een elektromecha-
nische rem.
De rem wordt vrijgegeven als de motorstroom
hoger is dan de ingestelde waarde in 2-20 Release
Brake Current.
De rem wordt ingeschakeld wanneer de uitgangs-
frequentie lager is dan de ingestelde waarde in
2-21 Activate Brake Speed [RPM] of 2-22 Activate
Brake Speed [Hz], en alleen als de
frequentieomvormer een stopcommando uitvoert.
Als de frequentieomvormer zich in de alarmmodus of een
overspanningssituatie bevindt, wordt de mechanische rem
onmiddellijk ingeschakeld.
Tijdens de verticale beweging is het van essentieel belang
dat de last op absoluut veilige wijze wordt gehouden,
gestopt en bewogen (omhoog, omlaag). Omdat de
frequentieomvormer geen veiligheidstoestel is, moet de
ontwerper (OEM) van de kraan/het hijstoestel bepalen welk
type en aantal beveiligingen (bijv. snelheidsschakelaar,
noodremmen enz.) moet worden gebruikt om de last in
geval van een noodsituatie of een storing van het systeem
te stoppen overeenkomstig de nationale kraan/hijsvoor-
schriften.
VLT
®
AutomationDrive
Bedieningsinstructies
®
MG33AK10 – VLT
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
L1
L2
L3
Drive
U
V
W
Mechanical
Brake
Shaft
Motor
Brake
Afbeelding 2.17 De mechanische rem aansluiten op de
Frequentieomvormer
2.4.6 Seriële communicatie
Sluit de RS-485-kabel voor seriële communicatie aan op
klem (+)68 en (-)69.
Het gebruik van afgeschermde kabels voor seriële
communicatie wordt aanbevolen.
Zie 2.4.2 Aardingsvereisten voor de juiste aarding.
61
68
69
Afbeelding 2.18 Bedradingsschema voor seriële communicatie
Voor een eenvoudige seriëlecommunicatieconfiguratie stelt
u de volgende gegevens in:
1.
Type protocol in 8-30 Protocol
2.
Adres frequentieomvormer in 8-31 Address
3.
Baudsnelheid in 8-32 Baud Rate
Output
relay
02
01
Command Circuit
220Vac
Output
A1
Frewheeling
Contactor
diode
Input
A2
Power Circuit
380Vac
+
RS-485
21
2
2

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave