Installatie
Klem
Parameter
42
2
2
50
53
54
55
Klem
Parameter
61
68 (+)
69 (-)
01, 02, 03
04, 05, 06
Tabel 2.3 Beschrijving klemmen
2.4.5.3 Kabelaansluiting op stuurklemmen
Stuurklemconnectoren kunnen uit de frequentieomvormer
worden getrokken. Dit maakt het installeren eenvoudig,
zoals te zien is in Afbeelding 2.11.
16
Beschrijving klemmen
Standaard-
instelling
Beschrijving
6-50
[0] Niet in
Programmeerbare
bedrijf
analoge uitgang. Het
analoge signaal is 0-20
mA of 4-20 mA bij
maximaal 500 Ω.
-
+10 V DC
Analoge 10 V DC-
voedingsspanning.
Een signaal van
maximaal 15 mA
wordt vaak gebruikt
voor een potenti-
ometer of thermistor.
6-1*
Referentie
Analoge ingang. Te
selecteren voor
6-2*
Terugkop-
spanning of stroom.
peling
Schakelaar A53 en
A54 worden ingesteld
op mA of V.
-
Common voor
analoge ingang
Beschrijving klemmen
Standaard-
instelling
Beschrijving
Seriële communicatie
-
Geïntegreerd RC-filter
voor kabelaf-
scherming.
UITSLUITEND voor het
aansluiten van de
afscherming in geval
van EMC-problemen.
8-3*
RS-485-interface. Er is
een stuurkaartscha-
8-3*
kelaar aanwezig voor
gebruik als afsluit-
weerstand.
Relais
[0] Niet in
Form C-relaisuitgang.
5-40 [0]
bedrijf
Te gebruiken voor AC-
en DC-spanning en
5-40 [1]
[0] Niet in
resistieve of
bedrijf
inductieve
belastingen.
MG33AK10 – VLT
VLT
®
AutomationDrive
Bedieningsinstructies
1.
2.
3.
4.
Zie 10.1 Vermogensafhankelijke specificaties voor de
kabelgrootte voor stuurklemmen.
Zie 6 Voorbeelden toepassingsconfiguratie voor typische
stuurkabelaansluitingen.
Afbeelding 2.13 Stuurkabels aansluiten
2.4.5.4 Gebruik van afgeschermde
Correcte afscherming
In de meeste gevallen kunt u de stuurkabels en de kabels
voor seriële communicatie het beste vastzetten met
behulp van de aanwezige afschermingsklemmen aan beide
uiteinden. Dit zorgt voor het best mogelijke contact bij
hoogfrequentkabels.
Als het aardpotentiaal van de frequentieomvormer en de
PLC verschillend zijn, kan er elektrische ruis optreden die
het hele systeem verstoort. Dit probleem is te verhelpen
door een vereffeningskabel naast de stuurkabel te
plaatsen. Minimale kabeldoorsnede: 16 mm².
Aardlussen van 50/60 Hz
Bij gebruik van zeer lange stuurkabels kunnen er
aardlussen ontstaan. Om aardlussen te elimineren, sluit u
één uiteinde van de afscherming op aarde aan via een
condensator van 100 nF (uitlopers kort houden).
®
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
Open het contact door een kleine schroeven-
draaier in de sleuf boven of onder het contact te
steken, zoals aangegeven in Afbeelding 2.13.
Steek de gestripte stuurkabel in het contact.
Verwijder de schroevendraaier om de stuurkabel
vast te zetten in het contact.
Controleer of de kabel stevig in het contact is
geklemd. Loszittende stuurkabels kunnen
storingen in de apparatuur of een niet-optimale
werking tot gevolg hebben.
1
2
stuurkabels
PLC
PE
PE
PE
PE
Min. 16 mm²
- Equalizing cable
FC