Bedieningsinstructies
12.2. 3-/4-draadssysteem 4 – 20 mA instellen
Vóór het instellen van de RWG dient het tandwielkastje correct ingesteld te
zijn (zie bladzijde ).
.
.
Elektronische standmelder van spanning voorzien.
.
Afsluiter in de eindstand DICHT brengen.
Meetinstrument voor 0 – 20 mA op de meetpunten aansluiten
(afbeelding 19).
Het stroomcircuit (externe last) moet aangesloten zijn (let
op de max. weerstand R
de klemmen (zie aansluitschema) dienen aangesloten te
zijn, aangezien anders geen waarde kan worden gemeten.
.
Potentiometer instellen (zie bladzijde 16).
Afb. 19
"Rmin." (0/4 mA)
Potentiometer
"R"
.
Potentiometer „Rmin." naar rechts draaien totdat de waarde van de
.
uitgaande stroom stijgt.
Potentiometer "Rmin." terugdraaien tot een reststroom van ca. 0,1 mA
.
is bereikt.
.
Afsluiter in de eindstand OPEN brengen.
.
Potentiometer "Rmax." op de eindwaarde 16 mA instellen.
.
Afsluiter in de eindstand DICHT brengen.
Potentiometer "Rmin." van 0,1 mA op een beginwaarde van 4 mA
instellen.
Hiermee verschuift tegelijkertijd de eindwaarde met 4 mA, zodat nu het
.
bereik van 4 – 20 mA wordt gemeten.
De afsluiter opnieuw in beide eindstanden brengen en de instelling
controleren. Indien nodig een correctie uitvoeren.
Wegschakelmechanisme WSH 10.1 – WSH 16.1
), of de desbetreffende polen op
B
"Rmax." (20 mA)
(+) Meetpunten
(– ) 0/4 – 20 mA
19