Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Olympus SP-510UZ Handleiding pagina 65

Inhoudsopgave

Advertenties

Kies een hogere ISO-gevoeligheid
• Als u de [ISO]-instelling verhoogt, kan er "ruis" ontstaan, dat als puntjes met ongewenste
kleuren of als oneffenheden in de kleur verschijnt, en het beeld korrelig maken. Deze
camera is uitgerust met een functie voor fotograferen met een hoge gevoeligheid met
ruisonderdrukking. Door de ISO-gevoeligheid te verhogen ontstaan echter korreligere
beelden dan wanneer er een lagere gevoeligheid wordt gebruikt.
g "ISO De ISO-gevoeligheid wijzigen" (Blz. 23)
Foto's maken met de juiste kleur
• De oorzaak van verschillen tussen de kleuren op een foto en de werkelijke kleuren is de
lichtbron die het object verlicht. [WB] is de functie waarmee de camera de juiste kleuren
kan bepalen. In normale gevallen zorgt de [AUTO]-instelling voor de optimale witbalans,
maar afhankelijk van het object kan het beter zijn om te experimenteren met het wijzigen
van de [WB]-instelling.
• Als het object zich op een zonnige dag in de schaduw bevindt
• Als het object wordt verlicht door zowel natuurlijk licht als verlichting binnen,
bijvoorbeeld wanneer het object zich vlakbij een raam bevindt
• Als de kleur wit niet in het midden van het beeld voorkomt
g "WB Kleur van een foto aanpassen" (Blz. 22)
Foto's maken van een wit strand of een sneeuwlandschap
• Foto's maken met Z of a in de stand s. Geschikt voor het maken van foto's op een
zonnige dag aan het strand of in de sneeuw.
g "s (Motiefprogramma) Fotograferen door een motiefprogramma te selecteren
afhankelijk van de situatie" (Blz. 21)
• Vaak worden heldere objecten (bijvoorbeeld sneeuw) donkerder afgebeeld dan de
natuurlijke kleuren. Door [F] in positieve [+] zin te corrigeren worden dergelijke objecten
in natuurlijker kleurschakeringen afgebeeld. Omgekeerd kan het goed zijn om in negatieve
zin [–] te corrigeren wanneer u donkere objecten fotografeert. Soms verkrijgt u bij gebruik
van de flitser niet de helderheid (belichting) die u wilde.
g "sF-knop Helderheid van de foto wijzigen" (Blz. 16)
Foto's maken van een onderwerp met tegenlicht
• Met [METERING] op [n], kan de foto gemaakt worden op basis van de helderheid in het
beeldmidden zonder beïnvloeding van het licht op de achtergrond.
g "METERING Een ander vlak kiezen voor het meten van de helderheid van een onderwerp"
(Blz. 24)
• Zet de flitser op [#] om de invulflitsen te activeren. U kunt een object fotograferen met
tegenlicht zonder dat het gelaat van het object donkerder lijkt. [#] is effectief voor het
fotograferen met tegenlicht en bij TL- en ander kunstlicht.
g "q#-knop Gebruik van de flitser" (Blz. 17)
Als het onderwerp te licht of te donker is
• Wanneer u foto's maakt in de stand S of A, kan de sluitertijd of de diafragma-instelling in
het rood worden weergegeven. Een rood display betekent dat de juiste belichting niet kan
worden bereikt. Als u de foto zo neemt, wordt de foto te licht of te donker. In dit geval dient
u de pendelknop te gebruiken om de instellingen te wijzigen.
g "A/S Diafragmavoorkeuze / sluitertijdvoorkeuze" (Blz. 17)
65
NL

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave