Uw camera beter leren kennen
Fotografeertips en -informatie
Tips voordat u gaat fotograferen
De camera schakelt niet in, zelfs niet als de batterijen geplaatst zijn
De batterijen zijn leeg.
• Plaats nieuwe batterijen of laad de batterijen op.
De batterij werkt tijdelijk niet wegens een te lage temperatuur.
• Bij lage temperatuur nemen de prestaties van batterijen af. Het opladen helpt niet om de
camera in te schakelen. Verwijder de batterijen en warm deze op door deze een tijdje in
uw zak te houden.
De camera is aangesloten op een computer.
• Als de camera is aangesloten op een computer, werkt deze niet.
Er wordt geen opname gemaakt als de ontspanknop wordt ingedrukt
De camera staat in de sluimerstand.
• Wordt de camera niet gebruikt terwijl deze is ingeschakeld (de lens is uitgeschoven en de
monitor is aan), dan wordt de camera, om de batterij te sparen, automatisch in de
sluimerstand gezet en de monitor gaat uit. Er wordt geen opname gemaakt in deze stand,
zelfs niet als de ontspanknop geheel wordt ingedrukt. Bedien de zoomknop of een andere
knop om de camera uit de sluimerstand te halen, voordat u een opname maakt. Als de
camera 4 uur niet wordt gebruikt, wordt deze automatisch uitgeschakeld (de lens wordt
ingeschoven en de monitor gaat uit). Druk op de o-knop om de camera in te
schakelen.
De functieknop wordt op q gezet
• Dit is de stand Weergeven voor het weergeven van foto's op de monitor. Zet de
functieknop in de stand Fotograferen.
De functieknop staat op g
• Er kunnen geen foto's worden gemaakt als de fotogids wordt weergegeven. Maak een foto
nadat u de instellingen heeft vastgelegd volgens de fotogids, of draai de functieknop naar
een andere stand dan g in de stand Fotograferen.
De flitser wordt opgeladen.
• Wacht tot # (flitser wordt opgeladen) niet meer knippert voordat u de foto maakt.
De geheugenindicator is vol.
• Er kunnen geen foto's worden gemaakt als de geheugenindicator vol is. Wacht tot de
geheugenindicator weer ruimte heeft.
a
Fotograferen
Vóór de opname
(Indicator is
gedoofd)
62
NL
b
Fotograferen
Eén opname
gemaakt
(Indicator brandt)
c
Fotograferen
Wachten
Twee of meer opnamen
gemaakt.
(Indicator brandt)
d
Maximale aantal
opnamen bereikt.
(Alle segmenten
lichten op)