2
Gebruik de vierwegbesturing (23)
voor het selecteren van een item,
en gebruik de vierwegbesturing
(45) voor het selecteren van O
of P.
Draai de e-knop aan de achterzijde (S)
voor het weergeven van het
[Geheugen 2] scherm.
Ook als de camera wordt uitgeschakeld, blijven de instellingen
O
opgeslagen.
Als de camera wordt uitgeschakeld, worden de
P
standaardinstellingen hersteld.
3
Druk twee keer op de 3 knop.
Het scherm dat werd weergegeven voordat u het menu-item
selecteerde, wordt opnieuw weergegeven.
• In [Display opname-info], u kunt instellen of u het informatietype dat getoond
wordt in de standbystand wilt opslaan. (p.30)
Het statusscherm wordt altijd als eerste getoond na inschakeling
P
van de camera.
Het scherm dat geselecteerd is in het Opname-info Weergave
Selectiescherm (anders dan [Elektronisch kompas]) wordt getoond
O
als de camera ingeschakeld wordt.
• Stel [Bestandsnummer] in om O verder te gaan met vervolgnummering (vier
cijfers) voor de bestandsnaam, zelfs als een nieuwe map aangemaakt is.
Het bestandnummer van de opname die als laatste is opgeslagen
in de vorige map wordt opgeslagen, en zelfs als een nieuwe map
O
wordt gemaakt, krijgen opnamen die daarin worden opgeslagen
een op dat nummer volgend bestandsnummer.
De eerste opname die in een nieuwe map wordt opgeslagen, krijgt
P
steeds het nummer 0001.
• Bij een [Reset] van het menu [R Instellen 2] worden alle
geheugeninstellingen teruggezet naar de standaardinstelling. (p.242)
Geheugen
Geheugen
Flitsinstelling
Flitsinstelling
Transportstand
Transportstand
Witbalans
Witbalans
Aangepaste opname
Aangepaste opname
Gevoeligheid
Gevoeligheid
Belichtingscorrectie
Belichtingscorrectie
Belichtingscompensatie
Belichtingscompensatie
MENU
241
1
2
7