2
Selecteer [Autom. lichtmeting] met de vierwegbesturing
(2345) en druk op de 4 toets.
Het scherm [Autom. lichtmeting] verschijnt.
3
Selecteer een meetmethode met
de vierwegbesturing (45) en druk
op de knop 4.
U keert terug naar het bedieningspaneel.
• U kunt de instelling ook wijzigen vanuit het [A Opnamemodus 1] menu.
• Lichtmeting wordt direct na inschakelen van de camera, of als de
opnamestand gewijzigd wordt, uitgevoerd. Stel de bedrijfstijd lichtmeter
in [4. Bedrijftijd lichtmtr] van het [A Pers.instelling 1] menu, in. Kies uit
[10sec] (standaard instelling), [3sec] of [30sec].
• In [6. Kopp. AE en AF-punt] van het [A Pers.instelling 1] menu kunt u
de belichting en het AF-punt koppelen in het scherpstelgebied als L
geselecteerd is.
De belichting voor de meting van meerdere segmenten wordt
Uit
bepaald ongeacht het AF-punt. (standaardinstelling)
De belichting voor de meting van meerdere segmenten wordt
Aan
geregeld overeenkomstig het AF-punt.
Beeldruisonderdrukking (NR)
Bij het maken van opnamen met een digitale camera doet zich beeldruis
(ruwe of ongelijkmatige opnamen) voor in de volgende situaties.
• Bij het maken van opnamen met een hoge gevoeligheidsinstelling
• Bij opnamen met lange belichtingstijd
• Als de temperatuur van de CMOS-sensor hoog is
U kunt de beeldruis verminderen met behulp van Ruisonderdrukking.
Opnamen kunnen niet gemaakt worden als ruisonderdrukking verwerkt wordt.
Het kan vooral bij het gebruik van [Ruisond. lange sltrtijd] langer duren.
Autom. lichtmeting
Autom. lichtmeting
Meervlaks
Meervlaks
Annul.
Annul.
MENU
109
OK
OK
OK
4