3
Gebruik de vierwegbesturing (23) voor het selecteren van
[Toepassen op al] of [Toepassen op 1].
Toepassen op al
Toepassen op 1
Reset
4
Druk op de vierwegbesturing (5),
en pas de waarde aan.
Beschikbare bewerkingen
Vierwegbesturing (5)/
E-knop aan achterzijde (S)
naar rechts (y)
Vierwegbesturing (4)/
E-knop aan achterzijde (S)
naar links (f)
| knop
5
Druk op de knop 4.
De aanpassingswaarde wordt opgeslagen.
6
Druk driemaal op de knop 3.
De camera is gereed voor het maken van een opname.
Dezelfde aanpassing wordt toegepast op alle
objectieven.
Dit onderdeel zal alleen op het scherm getoond
worden als het objectief ID verkregen is. Opslaan en
toepassen van een andere aanpassingswaarde voor
elk objectieftype. (tot maximaal 20 objectieftypes)
Reset de opgeslagen aanpassingswaarde naar de
standaardinstelling.
Scherpstelling dichterbij halen.
Scherpstelling verder weg plaatsen.
Reset de aanpassingswaarde naar de
standaardinstelling.
AF-aanpassing
AF-aanpassing
22.
22.
Toepassen op al
Toepassen op al
Toepassen op 1
Toepassen op 1
Reset
Reset
Annul.
Annul.
MENU
±0 ±0
125
4
±0 ±0
Nt op.
Nt op.
OK
OK
OK