2
Draai aan de e-knop aan de
achterkant (S).
De diafragmawaarde kan gewijzigd
worden in de c, L, a, of p stand.
De gevoeligheid kan gewijzigd worden in
de K stand.
3
Draai aan de e-knop aan
de voorzijde (R).
De sluitersnelheid kan gewijzigd
worden in b, L, of a stand.
In a stand wordt de afwijking van de
juiste belichting weergegeven in een
staafgrafiek, terwijl de sluitersnelheid of
diafragmawaarde aangepast worden.
De belichtingswaarde wordt in rood
getoond wanneer het verschil met de
juiste belichting ±3,0 of meer wordt.
• Wanneer de gevoeligheid ingesteld is op een vaste waarde (p.98), kan het
dat u geen juiste belichting verkrijgt met de geselecteerde sluitersnelheid en
diafragmawaarde.
• Voor elke belichtingsfunctie kunt u instellen welke functies worden
geactiveerd wanneer de e-knop aan de voorzijde of achterzijde of
de knop d wordt gebruikt. Instellen in [Instelling e-knoppen] van het
[A Opnamemodus 4] menu. (p.181)
Tijdopnamen
Dit is nuttig wanneer u opnamen maakt van nachtscènes en vuurwerk,
die een lange belichtingstijd vereisen.
1
Zet de functiekiezer op p (Bulb).
125
5.6
1/
F
200
101
4
128
128