5 INSTALLATIE
Let op aanbevelingen in hoofdstuk 5.2 t/m 5.4 alvorens
met installatie aan te vangen.
Ter bescherming van de aluminium warmtewisselaar
is alleen toegestaan om in overleg met renova bulex aan het
cv-water toevoegmiddelen toe te dienen.
- Monteer vul- en aftapkraan.
- Monteer de leidingen, ter voorkoming van geluid,
spanningvrij.
- Neergaande leidingen moeten worden voorzien van een
ontluchtingsmogelijkheid op het hoogste punt van de
installatie.
- De pH-waarde van het cv-water dient tussen de 6,5 en
de 8,5 te liggen.
- Installeer expantievat in installatie.
- Er kan wat water uit het toestel lopen.
- Monteer in de aanvoerleiding zo dicht mogelijk bij het
toestel een overstortventiel.
5.1 Plaatsen toestel
Houd rekening met de plaatselijk geldende voorwaarden van de
nutsbedrijven. De installatie moet voldoen aan de eisen zoals
omschreven in de meest recente uitgave of de meest recente van
toepassing zijnde normen.
Het toestel dient geplaatst te worden op onderstaande wijze.
1. Monteer de ophangstrip waterpas tegen de muur (zie
maatschetsen fig. 2 blz. 3). Zorg er voor dat aan weerszijden van
het toestel minimaal 10 cm vrije ruimte ter beschikking blijft ten
behoeve van onderhoud aan het toestel. Bij een zachte muur
dienen keilbouten gebruikt te worden.
2. Hang de boiler (het rechter gedeelte) met de omzetting die
aan de bovenkant zit rechts in de ophangstrip. Schuif dit
gedeelte zover mogelijk naar rechts.
3. Hang de warmtewisselaar (het linker gedeelte) met de omzetting
die aan de bovenkant zit links in de ophangstrip.
4. Schuif nu beide delen tegen elkaar aan zodat de bovenpanelen
aan elkaar aansluiten.
5. Monteer de automatische ontluchter.
30