6.3.3 Parameter-mode
Door vanuit de standby-mode één maal de "mode"-toets in te drukken komt men in de parameter-mode. Deze mode is
herkenbaar aan een brandende punt bij het statuscijfer.
- kies met behulp van de "step"-toets het status-nummer waarvan de instelling gewijzigd moet worden.
- deze instelling is te wijzigen met behulp van de "+" en de "-" toetsen.
- bewaar de instelling door de "store"-toets ingedrukt te houden totdat de ingestelde waarde knippert. - de instelling wordt actief
In de parameter-mode zijn een groot aantal instellingen te veranderen. Alleen de eerste vijf instellingen zijn toegankelijk zonder
het invoeren van de servicecode.
Statuscijfer "1.": temperatuur boiler
De temperatuur van de boiler is in te stellen tussen 40°C en 65°C. Het is aan te bevelen de temperatuur op 65°C in te stellen.
Statuscijfer "2.": tapwatercomfort
Men heeft de mogelijkheid om de boiler gedurende bijvoorbeeld een vakantieperiode uit te schakelen en de mogelijkheid om de
hysterese (verschil in graden tussen uit- en in- schakelen) in te stellen. Bij een grote hysterese zal het toestel minder vaak
schakelen om de boiler op temperatuur te houden, hierdoor zal het comfort wel minder worden.
0 = boiler uitgeschakeld
1 = 0°C hysterese
2 = 5°C hysterese
3 = 10°C hysterese
4 = 20°C hysterese
5 = 30°C hysterese
Statuscijfer "3.": pompfuncties
Bij het statuscijfer "3" heeft men de mogelijkheid om verschillende pompfuncties te activeren.
0 = cv-bedrijf uitgeschakeld maar vorstbeveiliging blijft actief
1 = cv-bedrijf ingeschakeld en pomp actief tijdens cv-vraag
2 = cv-bedrijf ingeschakeld en pomp continu
Statuscijfer "4.": cv - bedrijf
Er kan uit drie modulatie typen gekozen worden:
0 = normale modulatie (op basis van aanvoertemperatuur)
1 = modulatie middels buitenvoeler
2 = adaptieve modulatie (op basis van aan/uit-tijden van de kamerthermostaat)
Statuscijfer "5.": aanvoertemperatuurbegrenzing CV-zijdig
De maximale aanvoertemperatuur is instelbaar tussen 20°C en 90°C. De met de "+" en "-" toetsen ingestelde waarde dient d.m.v.
het indrukken van de "store"-toets bevestigd te worden.
De instellingen hierna zijn uitsluitend toegankelijk na invoeren van de servicecode (op aanvraag bij renova bulex te verkrijgen).
Statuscijfer "6.": beperking maximale aanvoertemperatuur t.b.v. vloerverwarmingssystemen
Ten behoeve van vloerverwarmingssystemen is de maximale aanvoertemperatuur in te stellen tussen 20∞ C en 90∞ C .
Deze temperatuur overschrijft stap "5" aanvoertemperatuur-begrenzing cv-zijdig.
Statuscijfer "7.": aanvoertemperatuur sanitairzijdig
Het verschil tussen ingestelde boilertemperatuur en cv-aanvoertemperatuur tijdens sanitairbedrijf is in te stellen tussen 10°C en
25°C. Hiermee wordt de aanvoertemperatuur tijdens sanitair gebruik bepaald.
Statuscijfer "8.": minimale aanvoertemperatuur
De minimale aanvoertemperatuur is in te stellen tussen 15°C en 25°C.
Statuscijfer "9.": minimale buitentemperatuur
De minimale buitentemperatuur t.b.v. de stooklijn bij gebruik van een buitenvoeler is instelbaar tussen -20°C en 10°C.
Letter "A.": correctie op buitenvoeler
De temperatuur van de buitenvoeler is te corrigeren. Deze correctietemperatuur is in te stellen tussen -5°C en +5°C.
Letter "b.": blokkeringstemperatuur
Bij gebruik van een buitenvoeler wordt de cv-vraag vanaf een bepaalde berekende temperatuur (tussen 15°C en 30°C) geblokkeerd
om in de zomersituatie te voorkomen dat het toestel op cv-bedrijf zal gaan branden.
Letter "C.": nachtverlaging
Dit stapnummer geeft de verlaging van de aanvoertemperatuur in °C weer gedurende een periode van nachtverlaging. Instelling is
mogelijk tussen 0°C en 30°C.
Letter "d.": hysterese
Het verschil tussen in- en uitschakelen op aanvoertemperatuur is instelbaar tussen 5°C en 15°C. De verlaging op de ingestelde
maximale cv-aanvoertemperatuur waarmee de ketel weer in bedrijf komt na overschrijding van de maximale aanvoertemperatuur.
nadat de parameter-mode verlaten is (door indrukking van de "mode"-toets).
40