t Memo
• Wanneer u is geselecteerd, zal de camera, zelfs als
er op de opnamelocatie verschillende lichtbronnen aanwezig
zijn, de witbalans automatisch aanpassen aan de lichtbron
van elk gebied. (u is niet beschikbaar in de stand C.)
• De volgende instellingen voor de witbalans kunnen worden
ingesteld in menu E2.
10. Instellingsbereik witbalans
11. WB bij flitsen
12. AWB bij lamplicht
13. Kleurtemperatuurstappen
Vast, Automatisch
aanpassen
Automatische witbalans,
Meervoud. autom.
witbalans, Flitser,
Onveranderd
Krachtige correctie,
Subtiele correctie
Kelvin, Mired
De witbalans handmatig aanpassen
U kunt de witbalans meten op een geselecteerde locatie.
1
Selecteer o bij stap 2 op "De witbalans instellen"
(p.60) en druk op B.
2
Maak een keuze tussen
o1 t/m o3.
3
Kies een wit gebied als onderwerp onder het licht
waarvan u de witbalans wilt meten, en druk
de ontspanknop volledig in.
De gemaakte opname wordt getoond.
4
Gebruik ABCD om het meetgebied op te geven.
5
Druk op E.
Het instelscherm voor de witbalans verschijnt opnieuw.
Het bericht [De bewerking is niet op correcte wijze voltooid]
verschijnt wanneer de meting is mislukt. Druk op E
om de witbalans opnieuw te meten.
t Memo
• U kunt de witbalansinstellingen van een gemaakte opname
kopiëren en deze opslaan als o1 t/m o3 bij [Opslaan als
handm WB] van het weergavepalet. (p.72)
3
Manuele witbalans
Manuele witbalans
Instellen
Instellen
Voorbeeld
Voorbeeld
Annul.
Annul.
OK
OK
WB±
WB±
61