Inhoudsopgave
Advertenties
2
Selecteer het gewenste
AF-punt.
Beschikbare bedieningshandelingen
Wijzigt het AF-punt.
ABCD
Plaatst het AF-punt terug in het midden.
E
c
Hiermee wordt de stand "AF-punt
wijzigen" of het gebruik van de
richtingsknoppen ingesteld als functie
van de pijltoetsen (ABCD).
De AF-modus tijdens Live weergave
instellen
2 5 0
2 5 0
1/ 1/
5.6
5.6
8 0 0
8 0 0
F F
U kunt bij [Live weergave] in menu A3 of bij [Contrast-AF]
van het bedieningspaneel een AF-modus selecteren wanneer
12345
12345
12345
12345
opnamen worden gemaakt met Live weergave. De AF-modus
kan tijdens Live weergave ook worden gewijzigd door aan R
te draaien terwijl u op b drukt.
e Gezichtsherkenning
f Traceren
g
h Selecteren
i Spot
u Let op
• Als f wordt geselecteerd, dan werkt het gebruik van
de scherpstelvergrendeling (compositie-afstelling terwijl
de ontspanknop half ingedrukt is) niet.
Detecteert en traceert gezichten
van mensen.
Het detectiekader voor het
belangrijkste gezicht voor AF
en AE wordt in geel weergegeven.
Volgt het onderwerp dat scherp
is gesteld.
De sluiter kan zelfs worden
ontspannen als het onderwerp
niet scherp is.
Het scherpstelgebied wordt
ingesteld op het gewenste gebied.
De sensor is verdeeld in
45 gebieden (9 horizontaal bij
Meerdere
5 verticaal), en u kunt kiezen uit
AF-punten
een breder of smaller
scherpstelgebied door gebruik
te maken van 1, 9, 15 of 21 van
die 45 beschikbare gebieden.
Stelt het scherpstelgebied
in op basis van het aantal pixels.
Stelt het scherpstelgebied
in op een beperkt gebied van
het midden.
A3/v
3
51
Advertenties
Inhoudsopgave
