Automatische lichtmeting
Selecteer het gedeelte van de zoeker dat moet worden gebruikt
voor lichtmeting en het bepalen van de belichting.
1
Draai aan R terwijl u 2
indrukt.
Meet de helderheid in meerdere
verschillende zones van de sensor.
A Meervlaks
Op locaties met tegenlicht wordt in deze
stand de belichting automatisch aangepast.
Meet de helderheid met een nadruk op het
midden van de sensor.
De gevoeligheid wordt groter in het midden
B Centraal
en ook in omstandigheden met tegenlicht
wordt geen automatische afstelling
uitgevoerd.
Meet de helderheid alleen in een beperkt
C Spot
gebied in het midden van de sensor.
Bruikbaar wanneer het onderwerp klein is.
Wanneer op de camera een externe flitser (optioneel) is
aangesloten, kunt u een flitser ontladen om opnamen te maken.
Een flitser aansluiten
Verwijder de flitsschoenbeschermer
van de camera, en sluit een externe
flitser aan.
2 5 0
2 5 0
1/ 1/
5.6
5.6
3 2 0 0
3 2 0 0
F F
t Memo
12345
12345
• Raadpleeg "Functies bij gebruik van een externe flitser"
12345
12345
(p.98) voor meer informatie over de functie van externe
flitsers.
Gebruik van een flitser
3
47