De witbalans instellen
1
Druk op C in de standby-stand.
Het instelscherm van de witbalans verschijnt.
2
Selecteer de gewenste
witbalansinstelling.
3
g Automatische witbalans
g
u Meervoud. autom. witbalans
Daglicht
h
Schaduw
i
Bewolkt
j
q Neonlicht - Daglicht kleuren
r Neonlicht - Daglicht wit
k
s Neonlicht - Koel wit
t Neonlicht - Warm wit
Lamplicht
l
Flitser
m
n Kleurtemperatuurverbetering
Manuele witbalans 1 t/m 3
o
Kleurtemperatuur 1 t/m 3
p
60
Automatische witbalans
Automatische witbalans
Voorbeeld
Voorbeeld
Annul.
Annul.
WB±
WB±
OK
OK
3
4
5
u Let op
• Digitaal voorbeeld bij stap 2 kan niet worden uitgevoerd
Beschikbare handelingen bij het maken van opnamen
met de zoeker
Hoofdschakelaar
Gebruikt Digitaal voorbeeld om
op U
vooraf de achtergrondafbeelding
te bekijken met de toegepaste
witbalansinstelling.
H
Slaat de voorbeeldopname
op (alleen als de opname kan
worden opgeslagen).
Ga verder naar stap 5 als u de witbalans niet fijn hoeft
af te stemmen.
Druk op G.
Het scherm voor fijnafstemming
wordt weergegeven.
Beschikbare bedieningshandelingen
Aanpassing: groen-magenta
AB
Aanpassing: blauw-amber
CD
Stelt de aanpassingswaarde terug naar
M
de standaardinstelling.
Druk op E.
Het scherm van stap 2 verschijnt opnieuw.
Druk op E.
De camera keert terug naar de standby-stand.
wanneer de transportstand is ingesteld op [Dubbelopnamen],
[Intervalopname] of [Intervalcompositie].
G3 G3
A2 A2
Voorbeeld
Voorbeeld
Annul.
Annul.
OK
OK
±0 ±0